Ervaringsdeskundige Bea werd in 2007 van de ene op de andere dag alleenstaande moeder door een scheiding. Dat bracht haar in de financiële problemen. Hoewel ze zich al jaren bezighield met armoedeproblematiek, begreep ze pas hoe erg het was toen ze het aan den lijve ondervond. ‘Het heeft me gestimuleerd om te proberen zoveel mogelijk op het gebied van armoede te veranderen.’

Bea zet zich al zo’n dertig jaar in als vrijwilliger op de thema’s armoedebestrijding, sociaal isolement en huiselijk geweld. Via de cliëntenraad heeft ze gratis openbaar vervoer voor ouderen weten te regelen. ‘In 2011 maakten we met de cliëntenraad kennis met Marco Florijn, die net was benoemd tot wethouder Werk, Inkomen en Zorg in Rotterdam’, vertelt Bea. ‘Tijdens het voorstelrondje vertelde ik dat ik gratis openbaar vervoer voor ouderen zou willen, in het kader van armoedebestrijding. Later kreeg ik een telefoontje dat het er kwam, ik was zo blij!’

Al op jonge leeftijd kwam Bea voor haar rechten op. “Op mijn 21e werkte ik bij een benzinepomp’, vertelt ze, ‘waar ik alles deed, van werk in de garage tot de boekhouding. Ik moest wel pensioen afdragen voor een 21-jarige collega, maar niet voor mij. Ik vroeg aan mijn baas waarom niet. Toen bleek ik als vrouw geen pensioenrecht te hebben. Na navraag bleken alleen vrouwelijke ambtenaren pensioenrecht te hebben. Met de vrouwenbond zijn we toen vier jaar lang actie gaan voeren. Toen ik 25 was kregen ook vrouwen in andere sectoren pensioenrechten.’

Naar elkaar omkijken

Naast alle adviezen die ze geeft, helpt Bea mensen ook direct met eten, drinken en spullen. ‘Zelf heb ik ooit meegemaakt dat iemand me een week voor de kerst twee tassen vol eten kwam brengen’, vertelt ze. ‘Daar heb ik toen echt om moeten huilen. Het ontroert me nog steeds. Het is zo belangrijk dat mensen naar elkaar omkijken. Daarom heb ik een voorraadkast vol eten in huis en twee koelkasten en vriezers vol. Mensen uit de buurt die het nodig hebben weten me te vinden. Ik kan ze direct te eten meegeven.’

Hoeveel mensen Bea precies helpt is lastig te zeggen. ‘Het wisselt heel erg, maar iedere week komt er wel iemand langs’, zegt ze. ‘Laatst kwam er in de vroege ochtend een vrouw die niets had om aan haar kinderen mee naar school te geven, dus ik heb meteen wat gegeven. Ik vraag nooit om bewijs, want mensen komen niet voor de lol bij me aankloppen.’ Bea deed al die boodschappen voor anderen allemaal zelf, maar ze krijgt ook regelmatig boodschappenkaarten om uit te delen. ‘Ik houd dan financieel zelf meer over’, zegt ze, ‘en het scheelt een heleboel sjouwen!’

Kerstcadeautjes

Boodschappen uitdelen is maar een van de vele activiteiten die Bea onderneemt. ‘In december hoor ik vaak dat opa’s of oma’s niet ingaan op uitnodigingen van hun kinderen om kerst te komen vieren, omdat ze geen geld hebben voor cadeautjes voor de kleinkinderen’, legt Bea uit. ‘Met vrijwilligers maak ik tasjes met cadeautjes voor hen, zodat ze toch durven gaan en niet alleen hoeven te zijn met kerst.’ 

Die eenzaamheid helpt Bea ook bestrijden met het haar kerstkaartenproject. ‘Het sociale isolement wordt steeds groter bij mensen die in armoede leven’, zegt Bea. ‘Daarom kunnen ze via de Voedselbank in december een kerstkaart met kerstzegel krijgen. Vrijwilligers die houden van fröbelen hebben die kaarten gemaakt. Mensen zijn daar heel blij mee, vorig jaar was er iemand die al vijf jaar geen kaartje naar zijn moeder had kunnen sturen.’