‘Aanvragen voor basisbenodigdheden moeten makkelijker’

‘Aanvragen voor basisbenodigdheden moeten makkelijker’

Een kapotte wasmachine vervangen, de koelkast gevuld houden of dagelijks warm douchen: voor burgers in armoede is het niet vanzelfsprekend. Gelukkig zijn er regelingen en potjes waar mensen met schulden aanspraak op kunnen maken. Maar hoe vind je die als je aan het overleven bent? En gaan de aanvragen altijd goed? Ervaringsdeskundige Iriabeth Schoop helpt burgers hiermee.

Armoede wordt in Nederland nog vaak onderschat: het leven is voor iedereen duur, je kan toch toeslagen aanvragen of je kan naar de Voedselbank? Hulp vragen is niet gemakkelijk en vraagt soms veel regel- en uitzoekwerk. Als je je hoofd maar net boven water kan houden, is dat een onmogelijke opgave. Iriabeth Schoop, ervaringdeskundige en Wijkhub-medewerker, helpt Rotterdammers met hun aanvragen.

Als mensen bij de Wijkhub komen, lijkt hun vraag vaak simpel. ‘Maar meestal is er al meer aan de hand’, vertelt Iriabeth, ‘dus vraag ik zoveel mogelijk door. De Wijkhub is geen Vraagwijzer. Ik probeer zoveel mogelijk direct te helpen en alleen als dat niet lukt verwijs ik door. Als het om geldzorgen gaat, probeer ik eerst te helpen de schulden op te lossen. Daarna kijken we naar de rest.’

Voorzieningen

In Rotterdam zijn er allerlei voorzieningen voor mensen in armoede of met schulden. Iriabeth helpt bewoners met de aanvraag hiervan. ‘Die bestaat vaak al uit zes pagina’s’, legt ze uit. ‘De vraagstellingen zijn vaak heel ingewikkeld geformuleerd. Er wordt bijvoorbeeld gevraagd of iemand ‘medebewoners’ heeft, maar mensen denken natuurlijk niet aan hun eigen kinderen bij zo’n woord. Negen van de tien keer lukt het mensen niet om het formulier zelf correct in te vullen. En dan moeten ze ook nog allerlei documenten erbij zoeken en meesturen als bijlage.’

Hulp vragen moet veel gemakkelijker, vindt Iriabeth. ‘Het zou al helpen als de vragen simpeler opgeschreven worden. En als basisgegevens, die allang bekend zijn bij de gemeente, niet iedere keer opnieuw ingevuld hoeven te worden.’ Iriabeth vergelijkt het met een aanvraag bij het Fonds Bijzondere Noden. ‘Ik zeg niet dat ze alles toekennen, maar hun aanvraagformulieren zijn duidelijk. Als ze nog extra informatie nodig hebben, bellen ze de volgende dag gewoon op. En binnen 48 uur heb je een definitief antwoord. Waarom kan dat bij de gemeente niet?’

Controle

Soms merkt Iriabeth bij een aanvraag dat er door instanties fouten gemaakt zijn. Als gedupeerde van de Toeslagenaffaire, heeft ze aan den lijve ondervonden hoe schadelijk dat kan zijn. ‘Als bewoners een afwijzing krijgen voor hun aanvraag, leggen ze die vaak naast zich neer’, vertelt Iriabeth. ‘Maar ik ga de berekeningen controleren. Zo gebeurt het wel eens dat berekeningen op basis van oude regels gemaakt worden. Er wordt dan bijvoorbeeld een toeslag bij het inkomen geteld en dan moet je daar inkomstenbelasting over betalen. Maar toeslagen hoor je allemaal apart te krijgen.’

Als Iriabeth de fouten aan de kaak stelt, zijn het vaak de burgers zelf die het tegendeel moeten bewijzen. ‘Soms klopt er gewoon iets niet in de systemen van de gemeente of een instantie’, legt Iriabeth uit. ‘En toch vragen ze de mensen zelf om oude documenten op te gaan zoeken om het recht te zetten. Vaak krijg je te horen dat het niet anders kan vanwege de privacywetgeving. Maar waarom moeten mensen informatie van tien jaar geleden opsturen, terwijl de fout drie jaar geleden gemaakt is?’

Schroom

Iriabeth schroomt niet om als medewerker van de gemeente kritisch te zijn op de eigen werkwijze. Regelmatig spreekt ze haar collega’s erop aan. ‘Het is onze taak om bewoners te helpen’, zegt ze, ‘niet om ze weg te sturen als er een probleem is. En al helemaal niet als het probleem is ontstaan omdat er een foutje in een van onze systemen is geslopen.’

De fout erkennen en oplossen, dat moet volgens Iriabeth veel vaker gebeuren. ‘Speel het probleem niet terug naar de burger, zoals in de Toeslagenaffaire jarenlang is gebeurd. Maar erken dat er iets is misgegaan, bied excuses aan en zet het zo snel mogelijk recht. Onze burgemeester roept op tot de menselijke maat voor Rotterdammers. Laten we dat doen door echt te luisteren naar een bewoner en deze vervolgens zo goed mogelijk te bedienen.’

Onze oplossing: TOBIA

De ervaringen van Iriabeth bevestigen de noodzaak van een maatregel als TOBIA. Dat staat voor Tijdelijke Overbruggingsregeling Burgers in Armoede. Met TOBIA kan de gemeente eenvoudig en eenduidig ervoor zorgen dat bewoners in hun primaire levensbehoeften kunnen voorzien. Door fouten van instanties blijven of raken bewoners onnodig of langer in een stressvolle situatie. Door het woud der regelingen te vervangen door een eenvoudige basismaatregel, kan dat voorkomen worden.

Zo wordt met TOBIA het leefgeld van iedere burger die van 50 euro per week moet leven verdubbeld. Als het wettelijk minimum weer voldoende is voor primaire levensbehoeften kan TOBIA worden afgebouwd. Lees meer over duurzame oplossingen van Warm Rotterdam.