JIP Rotterdam: ‘Iedereen verdient een tweede, derde, zoveelste kans’

JIP Rotterdam: ‘Iedereen verdient een tweede, derde, zoveelste kans’

Warm Rotterdam en De Brede Raad010 zijn door armoedewethouder Enes Yigit gevraagd om de stem van de stad te laten horen. We spraken tientallen mensen die zich via informele organisaties of andere initiatieven inzetten voor mensen die in armoede leven. In deze portretserie geven we hen een gezicht. Waar lopen zij tegenaan en wat hebben zij nodig? In deel 6 spreken we Josine Strörmann van JIP Rotterdam.

‘Het is ontzettend lastig om met andere jongeren mee te doen als je hoge schulden hebt’, vertelt Josine Strörmann, coördinator van het Jongeren Informatie Punt (JIP). ‘Samen met je vrienden een avondje gamen en eten bestellen bij Thuisbezorgd is er niet bij. De stress door geldproblemen moet niet onderschat worden. Onze jongeren zijn murw geslagen, denken dat het allemaal toch geen zin heeft. Eenmaal in de administratieve molen richting schuldsanering, moeten ze hun verhaal keer op keer opnieuw doen. Het duurt weken, zo niet maanden, voordat je in een schuldregeling zit. Dan verlies je het geloof in een goede afloop wel, zeker als in de tussentijd de schulden alleen maar blijven toenemen.’

Druppel op een gloeiende plaat

Jaarlijks bereikt het JIP zo’n duizend leerlingen met geldlessen op mbo en vo en helpt het honderden jongeren op individuele basis. Hoe mooi dat ook klinkt, volgens Josine is het ‘een druppel op de gloeiende plaat’. Daarmee doelt zij op het enorme gebrek aan kennis over geldzaken bij zowel jongeren als hun ouders of verzorgers. ‘Wij werken met een klein team van drie professionals en een aantal stagiaires’, legt Josine uit. ‘We zouden heel graag willen dat er minstens twee JIP-pen waren in Rotterdam. Bij 95 procent van de jongeren gaat het over wat er op financieel gebied gebeurt als je 18 jaar wordt. Jongeren weten gewoon niet dat zij vanaf hun achttiende gemeentelijke heffingen moeten gaan betalen, een zorgverzekering moeten afsluiten en dat het verstandig is om een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. Toeslagen durven zij niet aan te vragen, omdat ze denken dat je die op termijn moet terugbetalen of dat je als fraudeur wordt aangemerkt. Alleen hierdoor al beginnen de schulden zich op te stapelen.’

Vertrouwen

De impact van geldproblemen op de participatie van jongeren aan de samenleving is volgens Josine enorm. Josine: ‘Vooral het idee bij jongeren dat de gemeente hen sowieso niet vertrouwt, heeft een uiterst negatieve invloed op de toekomst. Dit leeft echt bij jongeren. We moeten echt ons best doen om ze over te halen om een afspraak bij het ETF of Centraal Onthaal Jongeren te maken. Door deze overtuiging hebben ze helaas geen vertrouwen in de politiek en gaan ze vaak ook niet stemmen. De gemeente moet echt meer inzetten op het opbouwen van vertrouwen bij deze jonge Rotterdamse burgers.’

Bijzonder aan de hulpverlening van JIP is dat jongeren er anoniem terechtkunnen en dat de hulpverlening zo lang mag duren als nodig is. ‘Daarmee zijn wij redelijk uniek in hulpverleningsland’, zegt Josine. ‘Bij ons kun je vrijblijvend en anoniem aankloppen en wij hebben geen oordeel over hoe jongeren in de problemen zijn gekomen. We gaan gewoon lekker aan de slag. Ook wij hebben tussentijdse uitval, maar als ze dan weer terugkomen zijn ze weer van harte welkom. Iedereen verdient een tweede, derde, zoveelste kans. Zo zou alle hulp aan jongeren in de wedstrijd moeten zitten.’

Meer lezen?

Lees alles over het Jongeren Informatie Punt op hun website.

Download het rapport Gezien, Gehoord en Begrepen worden van Warm Rotterdam.

Download het rapport Code Rood van de Brede Raad010.

Armoedeplatform Delfshaven: ‘Armoede moet een collectief probleem worden’

Armoedeplatform Delfshaven: ‘Armoede moet een collectief probleem worden’

Warm Rotterdam en De Brede Raad010 zijn door armoedewethouder Enes Yigit gevraagd om de stem van de stad te laten horen. We spraken tientallen mensen die zich via informele organisaties of andere initiatieven inzetten voor mensen die in armoede leven. In deze portretserie geven we hen een gezicht. Waar lopen zij tegenaan en wat hebben zij nodig? In deel 5 spreken we de samenwerkende partners van Armoedeplatform Delfshaven.

Enkele wijken in Delfshaven behoren tot de armste van Nederland. Hier groeit één op de vier kinderen op in armoede. Wat Delfshaven onderscheidt van andere wijken, is dat er een sterk sociaal weefsel is met een aantal trekkers en veel samenwerking. Het Armoedeplatform Delfshaven bestaat uit verschillende mensen en organisaties die in Delfshaven actief zijn op het thema armoede. Naast scholen, CJG, Wmo radar, Vraagwijzer en wijkteam, zijn dat voornamelijk informele partijen. Zo is Sahila el Barkany betrokken bij de Onwijze Moeders en stichting Essajo, regelt wijkpastor Nico van Splunter ontbijt op basisscholen. Carolina Castro en Klaske de Jong proberen mensen aan werk te helpen en Mirjam van Rijn werkt met Team Toekomst in samenwerking met scholen aan een betere startpositie voor kinderen uit de wijk. Leven en werk zijn voor veel (vrijwillige) hulpverleners verweven. Dat zorgt voor een sterke motivatie.

Infrastructuur

Buurthuizen in de wijk zijn van groot belang: hier kunnen mensen elkaar vinden en ondersteunen. Tijdens inloopspreekuren, maaltijden, aanbelacties, kinderclubs en andere activiteiten worden mensen aan elkaar verbonden. Zo ontstaat er een buurtgemeenschap waarin mensen voor elkaar zorgen en doorverwijzen naar professionele zorg.

‘Je moet allereerst investeren in de infrastructuur’, vindt Dennis Lohuis dan ook. Hij werkt voor de Zorgvrijstaat Delfhaven en neemt deel aan het Armoedeplatform. ‘En het moet van de wijk zijn. Samenwerking van informele en formele organisaties is noodzakelijk. Beleid kan niet standaard over de hele stad worden uitgerold, je moet kijken naar wat er al gebeurt in een wijk. Ieder initiatief heeft zijn eigen identiteit en dat moet ook zo blijven. Er moet een netwerkregisseur zijn met een aanjaagfunctie, die uit het gebied zelf komt en vertrouwd wordt door bewoners. Doe het niet alleen. De sleutel zit in ‘we’. Ondersteun partijen die hulp bieden op een manier die werkt.’

Korte lijnen

Er is niet alleen behoefte aan financiële ondersteuning, maar ook aan korte lijnen met instanties en informatie vanuit de gemeente. Het gaat om kennis delen, verbinden, vastpakken en vasthouden voor langere tijd. Het is niet zo dat mensen alleen in armoede leven omdat ze schulden hebben. Het inkomen is doorgaans simpelweg te weinig. ‘Je moet het planmatig aanpakken, het totaal aantal kinderen in beeld hebben en weten wie je helpt’, zegt Mirjan van Rijn van Team Toekomst. ‘We moeten stoppen met zomaar wat proberen elke keer, zonder dat we precies weten of dat gezin die steun nodig heeft. Houd op met al die kleine pilotjes en het zoeken naar gezinnen die hulp nodig hebben. In deze tijd van weinig personeel en stijgende zorgkosten is het nodig dat we op deze manier planmatig werken en bijhouden waar we staan.’

Collectief probleem

Armoede moet een collectief probleem zijn, menen de deelnemers aan het Armoedeplatform. ‘Als armoede het probleem is van mensen in armoede, gaat er nooit wat veranderen.’

Meer lezen?

Lees alles over het Armoedeplatform Delfshaven op hun website.

Download het rapport Gezien, Gehoord en Begrepen worden van Warm Rotterdam.

Download het rapport Code Rood van de Brede Raad010.

Cultuurhuis Feijenoord: ‘Er is veel verdriet en grote zorgen’

Cultuurhuis Feijenoord: ‘Er is veel verdriet en grote zorgen’

Warm Rotterdam en De Brede Raad010 zijn door armoedewethouder Enes Yigit gevraagd om de stem van de stad te laten horen. We spraken tientallen mensen die zich via informele organisaties of andere initiatieven inzetten voor mensen die in armoede leven. In deze portretserie geven we hen een gezicht. Waar lopen zij tegenaan en wat hebben zij nodig? In deel 4 spreken we Anneke de Goede van Het Cultuurhuis Feijenoord.

Samen met een grote en diverse groep vrijwilligers runt Anneke de Goede het Cultuurhuis Feijenoord. ‘Er worden taallessen gegeven, of een cursus empowerment en er worden creatieve activiteiten georganiseerd’, vertelt Anneke. ‘Denk aan haakles, waarin bewoners kunnen leren om leuke knuffels te haken. De wol is gratis, dus zo hebben ze een leuk zelfgemaakt cadeautje voor de kinderen.’

Bij Cultuurhuis Feijenoord worden geen vragen gesteld. ‘We vragen niet naar de financiële situatie, of ze schulden hebben, maar iedereen mag overal gratis aan meedoen’, vertelt Anneke. ‘Op die manier ontstaat er een veilige sfeer. Ook zijn alle vrijwilligers getraind in cultuursensitief werken, geweldloos communiceren en feedback geven en ontvangen. Als mensen zich eenmaal vertrouwd voelen, dan vertellen ze vanzelf wel waar ze mee zitten. En als ze dat niet willen, is dat ook prima.’

Sociale armoede

Door de gesprekken die ontstaan, merkt Anneke dat er niet alleen materiële armoede is maar ook sociale armoede. ‘De gevolgen van langdurig leven in armoede zijn enorm’, legt ze uit, ‘en daar zijn veel mensen zich niet van bewust. Mensen maken zich grote zorgen, bijvoorbeeld of ze hun kinderen aan het einde van de maand nog eten kunnen geven, en ze hebben veel angst om iets verkeerd te doen en uitkeringen te moeten terugbetalen.’

Het Cultuurhuis Feijenoord organiseert daarom niet alleen activiteiten, maar geeft ook gratis ontbijt voor iedereen en gratis lunch en fruit voor kinderen. ‘Daarnaast geven we kunst- en cultuurlessen aan kinderen, want daar komen kinderen in arme gezinnen anders niet mee in aanraking. Zo proberen we het hele gezin te bereiken.’

Erkenning

Anneke mist erkenning van de gemeente. ‘Subsidies gaan naar grote organisaties’, zegt ze. ‘Er blijft weinig geld over voor kleine organisaties, die echt in het hart van de wijk zitten. Het is elk jaar maar hopen dat we iets krijgen, terwijl er steeds meer mensen aan de onderkant van de samenleving belanden. Je hebt dan zo weinig kansen. Meer samenwerking tussen gemeente, grote en kleine organisaties zou nu aan de orde van de dag moeten zijn.’

Meer lezen?

Lees alles over cultuurhuis Feijenoord op de website.

Download het rapport Gezien, Gehoord en Begrepen worden van Warm Rotterdam.

Download het rapport Code Rood van de Brede Raad010.

Stichting De Buurtbron: ‘Haal de financiële zorg uit het hoofd’

Stichting De Buurtbron: ‘Haal de financiële zorg uit het hoofd’

Warm Rotterdam en De Brede Raad010 zijn door armoedewethouder Enes Yigit gevraagd om de stem van de stad te laten horen. We spraken tientallen mensen die zich via informele organisaties of andere initiatieven inzetten voor mensen die in armoede leven. In deze portretserie geven we hen een gezicht. Waar lopen zij tegenaan en wat hebben zij nodig? In deel 3 spreken we Sherita Thakoerdat van stichting De Buurtbron in Ommoord en Zevenkamp.

‘Je moet mensen eerst leren kennen en zij moeten weten dat ze met vragen rechtstreeks bij je terecht kunnen’, zegt de ervaren opbouwwerker Sherita Thakoerdat. Ze werkt bij De Buurtbron, een stichting die probeert een bijdrage te leveren aan armoedebestrijding en minder draagkrachtigen in Ommoord en Zevenkamp ondersteunt. Ze benadrukt dat het vooral belangrijk is om als opbouwwerker present te zijn: ‘Ik geloof niet in een proactieve benadering want ik weet niet of mensen problemen hebben.’

Praktische vraag

De benadering van Sherita is in eerste instantie praktisch. ‘Ik hoor iedereen over empoweren. Goed bedoeld hoor, maar het is niet waar moeders meteen mee bezig zijn. Die hebben een kind dat problemen heeft.’ Daarom hoeft ze ook niet meteen alles te weten. ‘Als een moeder komt omdat ze een scooterhelm voor haar zoon nodig heeft die anders niet naar school kan, regel ik dat. Op dat moment moet die – financiële – zorg uit haar hoofd. Daarna kan ze verder.’ Een hulpverlener met een opdracht van de gemeente daarentegen moet de procedures volgen en een lijst met twaalf leefgebieden afvinken. Dat heeft volgens haar niet zoveel zin. ‘Mensen zeggen niet snel dat ze in schuldhulpverlening zitten. Ze komen met een praktische vraag. Door daarvoor een oplossing aan te dragen, creëer je rust. Dan weten ze je ook te vinden voor andere ondersteuning.’

Problemen ontrafelen

In vervolggesprekken probeert Sherita de problemen bespreekbaar te maken door die samen met de hulpvrager te ontrafelen. ‘Vaak weten mensen niet hoe hun problemen ontstaan zijn. Het is belangrijk dat ze inzicht krijgen in wat er is gebeurd’, zegt Sherita. De manier waarop dat gebeurt, de bejegening, is van cruciaal belang. ‘Goed luisteren en precies op het juiste moment de goede dingen zeggen, dat is belangrijk… Mensen voelen het meteen als op hen neergekeken wordt. De verhouding moet gelijkwaardig zijn.’

Informeel

Sherita werkt laagdrempelig en informeel. ‘En dat zou ik ook doen als ik bij een formele instantie zou werken. Het valt mij op dat mensen echt geholpen zijn als iemand van de gemeente langskomt om uitleg te geven over regelingen waarbij ze meer kunnen zeggen dan wat er al in de folders staat, open staat voor kritische vragen en ook echt iets kan regelen.’

Meer lezen?

Lees alles over stichting De Buurtbron op hun website.

Download het rapport Gezien, Gehoord en begrepen worden van Warm Rotterdam.

Download het rapport Code Rood van de Brede Raad010.

Stichting MAIT: ‘Leer mensen kijken naar het totaalplaatje’

Stichting MAIT: ‘Leer mensen kijken naar het totaalplaatje’

Warm Rotterdam en De Brede Raad010 zijn door armoedewethouder Enes Yigit gevraagd om de stem van de stad te laten horen. We spraken tientallen mensen die zich via informele organisaties of andere initiatieven inzetten voor mensen die in armoede leven. In deze portretserie geven we hen een gezicht. Waar lopen zij tegenaan en wat hebben zij nodig? In deel 2 spreken we Jaimy Goodett en Marjorie Malbons van stichting Mijn Administratie Is Top (MAIT).

Marjorie Malbons voelde onvrede over de hulp die ze zelf kreeg toen ze financiële problemen had in 2015. ‘Ik dacht: “Als ik het niet begrijp dan ben ik vast niet de enige.” Wat ik nu weet, wil ik ook dat anderen weten, zodat minder mensen er last van hebben.’ Dus zette ze Stichting MAIT op. ‘Iemand die vanuit ervaringskennis advies geeft is waardevol, wordt eerder geloofd. Het gevoel is dan: ze denkt met me mee.Bij MAIT zitten we min of meer aan de keukentafel, naast elkaar. We proberen mensen zoveel mogelijk zelf te laten doen.’

Diverse groep

‘De groep die hier komt is divers, sommige mensen hebben een goede baan en inkomen, anderen een pensioen, bijstand of Wia’, zegt medewerkster Jaimy Goodett. ‘Een specifieke doelgroep die opvalt is die van de jongeren. Zodra die achttien zijn, moeten ze alles zelf doen. Ze hebben nul-urencontracten, geen besef van geld, wel een pinpas en mogelijkheden om achteraf te betalen.’

Mappen vol post

Mensen melden zich op verschillende manieren aan bij MAIT. ‘Via de website, via via, ze worden doorverwezen, horen van ons via de voorlichtingsbijeenkomsten op scholen, kennen ons van radio en tv’, legt Jaimy uit. ‘Per week zijn er ongeveer vier à vijf aanmeldingen, per jaar zeker honderdvijftig tot tweehonderd nieuwe hulpvragers. Voor sommigen zijn een paar gesprekken genoeg, bijvoorbeeld als er toeslagen aangevraagd moeten worden. Anderen komen met mappen vol post die op orde moeten. En als iemand een laag inkomen heeft en een hoge schuldenlast, is er een structureel probleem en zetten we sowieso door naar een andere partij, nadat we de situatie gestabiliseerd hebben.’

Luisteren

Het ETF (Expertise Team Financiën) verwijst regelmatig door naar MAIT, omdat daar meer tijd is voor begeleiding, specifiek wanneer mensen bij het ETF vastlopen. Er wordt bij MAIT eerst goed geluisterd naar wat mensen zelf willen, dan pas wordt een plan gemaakt. Jaimy: ‘Formele hulpverleners bedenken al snel oplossingen. Maar er zit vaak meer achter financiële problemen dan alleen geldgebrek. Daar kom je pas achter als iemand voelt dat je echt met hun situatie aan de slag gaat. Wij proberen mensen te leren hoe ze om moeten gaan met inkomsten en uitgaven door te kijken naar het totaalplaatje, naar de persoon en diens behoefte. Pas bij een volgende afspraak maken we een plan van aanpak waarin hun verantwoordelijkheden duidelijk worden. Mensen raken hun autonomie kwijt als een hulpverlener alles van ze overneemt.’

MAIT heeft in de loop der jaren een groot netwerk opgebouwd en kan snel handelen. Jaimy:‘Wesignaleren vaak problemen en hebben ideeën om ze op te lossen. De gemeente neemt die over maar zelf krijgen we te weinig geld om de plannen goed uit te voeren. Het is lastig om financiering te vinden voor structurele, langlopende projecten.’

Meer lezen?

Lees alles over stichting Mait op hun website.

Download het rapport Gezien, Gehoord en begrepen worden van Warm Rotterdam.

Download het rapport Code Rood van de Brede Raad010.

Stichting Salaam: ‘Vaak is de oplossing een kwestie van een paar dingen regelen’

Stichting Salaam: ‘Vaak is de oplossing een kwestie van een paar dingen regelen’

Warm Rotterdam en De Brede Raad010 zijn door armoedewethouder Enes Yigit gevraagd om de stem van de stad te laten horen. We spraken tientallen mensen die zich via informele organisaties of andere initiatieven inzetten voor mensen die in armoede leven. In deze portretserie geven we hen een gezicht. Waar lopen zij tegenaan en wat hebben zij nodig? In deel 1 spreken we Rahma Hulsman van Stichting Salaam.

‘Onze pakketten zijn multicultureel: rijst, couscous, bulgur en veel groente en fruit. En we zitten in de buurt’, zegt initiatiefnemer Rahma Hulsman. Stichting Salaam bestaat 23 jaar en begon ongeveer 13 jaar geleden met een voedselbank die aansluit bij de voedingsbehoefte van moslims. De stichting heeft inmiddels zeven uitdeellocaties en bij de twee grootste worden tweewekelijks minimaal 150 gezinnen van pakketten voorzien.

Persoonlijk contact

Bij de islamitische voedselbank werken vrijwilligers met heel verschillende culturele achtergronden: veelal nieuwkomers die de taal willen leren. Dat ze ervaringsdeskundig zijn is een voordeel: ze begrijpen de situatie van bezoekers van de voedselbank. Rahma heeft ook persoonlijk met veel mensen contact. ‘Als ik mensen in de rij zie staan van wie ik vermoed dat ze in een moeilijke situatie zitten, ga ik met hen praten. Als er problemen zijn, zullen mensen dat niet snel tegen een gemeentelijke instantie zeggen, maar wel tegen mij. Mensen vertrouwen me, ik zit al twintig jaar in dit vak en mensen weten wat ze aan me hebben. Ik heb een groot netwerk en kan snel schakelen omdat we een kleine organisatie zijn. Ik ben 24/7 bereikbaar via Whatsapp en reageer binnen 24 uur. Problemen spelen niet alleen tussen negen en vijf, maar vaak ‘s avonds en dan kunnen ze bij niemand terecht. Mensen maken er niet altijd gebruik van, maar ze weten dat ze altijd op iemand kunnen terugvallen.’

Dingen regelen

Het soort hulp dat Rahma biedt, verschilt per situatie. ‘Zit er al een hulpinstantie in het gezin, is er een contactpersoon, wie is de persoon die ik voor me heb, met wat voor soort problematiek heeft diegene te maken? In complexe gezinnen zijn er vaak al meerdere instanties actief en wijst iedereen naar elkaar. Ik probeer dan te vragen waar ze tegenaan lopen; waarom lukt het niet dit gezin te helpen? Vaak is de oplossing een kwestie van een paar dingen regelen en dan kan het gezin weer verder.’

Contact maken

Mensen blijven bij de islamitische voedselbank zolang dat nodig is: ‘We doen elk jaar een financiële screening. Als mensen schuldsanering hebben, blijven ze de hele periode. Met anderen hebben we jaarlijks een gesprek om te controleren of de situatie is veranderd.’ Rahma’s wens is dat de voedselpakketten binnen uitgedeeld kunnen worden, op een plek waar ze ook even kunnen bijpraten. ‘Een van de verschrikkelijkste dingen is dat mensen bij ons buiten in de rij moeten staan. Ik zou graag een ruimte willen waar ze even een bakkie kunnen doen, rustig de boodschappen kunnen inpakken, waar ze even contact kunnen maken.’

Meer lezen?

Lees alles over stichting Salaam op hun website.

Download het rapport Gezien, Gehoord en begrepen worden van Warm Rotterdam.

Download het rapport Code Rood van de Brede Raad010.