Bea: ‘Het sociale isolement van mensen in armoede wordt steeds groter’

Bea: ‘Het sociale isolement van mensen in armoede wordt steeds groter’

Ervaringsdeskundige Bea werd in 2007 van de ene op de andere dag alleenstaande moeder door een scheiding. Dat bracht haar in de financiële problemen. Hoewel ze zich al jaren bezighield met armoedeproblematiek, begreep ze pas hoe erg het was toen ze het aan den lijve ondervond. ‘Het heeft me gestimuleerd om te proberen zoveel mogelijk op het gebied van armoede te veranderen.’

Bea zet zich al zo’n dertig jaar in als vrijwilliger op de thema’s armoedebestrijding, sociaal isolement en huiselijk geweld. Via de cliëntenraad heeft ze gratis openbaar vervoer voor ouderen weten te regelen. ‘In 2011 maakten we met de cliëntenraad kennis met Marco Florijn, die net was benoemd tot wethouder Werk, Inkomen en Zorg in Rotterdam’, vertelt Bea. ‘Tijdens het voorstelrondje vertelde ik dat ik gratis openbaar vervoer voor ouderen zou willen, in het kader van armoedebestrijding. Later kreeg ik een telefoontje dat het er kwam, ik was zo blij!’

Al op jonge leeftijd kwam Bea voor haar rechten op. “Op mijn 21e werkte ik bij een benzinepomp’, vertelt ze, ‘waar ik alles deed, van werk in de garage tot de boekhouding. Ik moest wel pensioen afdragen voor een 21-jarige collega, maar niet voor mij. Ik vroeg aan mijn baas waarom niet. Toen bleek ik als vrouw geen pensioenrecht te hebben. Na navraag bleken alleen vrouwelijke ambtenaren pensioenrecht te hebben. Met de vrouwenbond zijn we toen vier jaar lang actie gaan voeren. Toen ik 25 was kregen ook vrouwen in andere sectoren pensioenrechten.’

Naar elkaar omkijken

Naast alle adviezen die ze geeft, helpt Bea mensen ook direct met eten, drinken en spullen. ‘Zelf heb ik ooit meegemaakt dat iemand me een week voor de kerst twee tassen vol eten kwam brengen’, vertelt ze. ‘Daar heb ik toen echt om moeten huilen. Het ontroert me nog steeds. Het is zo belangrijk dat mensen naar elkaar omkijken. Daarom heb ik een voorraadkast vol eten in huis en twee koelkasten en vriezers vol. Mensen uit de buurt die het nodig hebben weten me te vinden. Ik kan ze direct te eten meegeven.’

Hoeveel mensen Bea precies helpt is lastig te zeggen. ‘Het wisselt heel erg, maar iedere week komt er wel iemand langs’, zegt ze. ‘Laatst kwam er in de vroege ochtend een vrouw die niets had om aan haar kinderen mee naar school te geven, dus ik heb meteen wat gegeven. Ik vraag nooit om bewijs, want mensen komen niet voor de lol bij me aankloppen.’ Bea deed al die boodschappen voor anderen allemaal zelf, maar ze krijgt ook regelmatig boodschappenkaarten om uit te delen. ‘Ik houd dan financieel zelf meer over’, zegt ze, ‘en het scheelt een heleboel sjouwen!’

Kerstcadeautjes

Boodschappen uitdelen is maar een van de vele activiteiten die Bea onderneemt. ‘In december hoor ik vaak dat opa’s of oma’s niet ingaan op uitnodigingen van hun kinderen om kerst te komen vieren, omdat ze geen geld hebben voor cadeautjes voor de kleinkinderen’, legt Bea uit. ‘Met vrijwilligers maak ik tasjes met cadeautjes voor hen, zodat ze toch durven gaan en niet alleen hoeven te zijn met kerst.’ 

Die eenzaamheid helpt Bea ook bestrijden met het haar kerstkaartenproject. ‘Het sociale isolement wordt steeds groter bij mensen die in armoede leven’, zegt Bea. ‘Daarom kunnen ze via de Voedselbank in december een kerstkaart met kerstzegel krijgen. Vrijwilligers die houden van fröbelen hebben die kaarten gemaakt. Mensen zijn daar heel blij mee, vorig jaar was er iemand die al vijf jaar geen kaartje naar zijn moeder had kunnen sturen.’

Ervaringsdeskundige Jurrien: ‘Praten, praten, praten – dat heeft me uiteindelijk geholpen’

Ervaringsdeskundige Jurrien: ‘Praten, praten, praten – dat heeft me uiteindelijk geholpen’

Enorme stapels ongeopende post en een continue angst voor de deurwaarder: ervaringsdeskundige Jurrien weet precies hoe het voelt om met schulden te leven. Nadat een hulpverlener hem uit de problemen had geholpen, besloot Jurrien om aan de slag te gaan als Budgetmaatje. Als geen ander weet hij hoe belangrijk het is om te praten over je problemen, hoe erg ze ook zijn.

Trigger warning: zelfmoord

Contact maken, dat is het eerste wat Jurrien doet als vrijwilliger bij Budgetmaatje. ‘De schulden liggen er meestal al een paar jaar, dus die lopen niet weg’, vertelt hij. ‘Belangrijker is dat mensen eerst even hun verhaal kwijt kunnen en dat ze je vertrouwen. Want je zit zo een paar jaar lang diep te graven in hun financiële situatie. Die hulp moet je dus ook willen. Als iemand de hulp niet aanvaardt, dan gaan we verder om iemand anders te helpen.’

Langdurige hulp

Tot drie jaar lang gaat Jurrien één keer per week bij iemand langs om diegene uit de schulden te helpen. Jurrien helpt twee cliënten tegelijk. ‘Ongeveer een uur per week ga ik bij die mensen thuis langs’, legt hij uit. ‘We beginnen altijd met de post. Vaak ligt er een hele stapel ongeopende post. Ik pak het stap voor stap aan. Soms vraag ik of ze de brieven alleen maar willen open maken. De volgende keer om ze er allemaal uit te halen. Daarna gaan we alles sorteren, op afzender en op datum. Alleen de nieuwste brieven zijn belangrijk, de rest kan vaak al weg. Dat geeft al veel rust bij mensen. Niet die hele stapel staat voor je schulden, maar alleen het deel dat overblijft.’

Angst voor brieven

De angst voor post is hardnekkig. Jurrien helpt soms ook mensen alleen daarbij. ‘Op een gegeven moment hielp ik een jongedame die niet naar de brievenbus in de portiek durfde’, vertelt hij. ‘Iedere vrijdag ging ik bij haar langs om samen – letterlijk aan de hand – beneden de post uit de brievenbus te halen. Tot ze een keer op woensdag een berichtje stuurde: ze had zelf de post al gepakt! Jaren later, ze had alles op de rit, stuurde ze me een foto van haar eerste kindje. Zo mooi dat je op die manier een band opbouwt met mensen.’

Schulden en zelfmoordgedachten

Jurrien schroomt niet om zijn eigen verhaal te delen, want daardoor voelen mensen dat hij hen begrijpt. ‘Zelf ben ik door een vechtscheiding diep in de schulden geraakt’, vertelt Jurrien. ‘Ik verloor alles wat ik had en zag ook mijn kinderen nooit meer. Ik was naar een chalet verhuisd en werkte bij de catering van een luchtvaartmaatschappij. Maar dat was een erg stressvolle baan. Vijf minuten voordat een vlucht vertrok, moest je soms nog maaltijden regelen. Vaak door fouten die een ander maakte. Dat alles bij elkaar brak me op. Ik wilde er een eind aan maken.’

Een hulpverlener van de crisisdienst wist Jurrien te helpen. ‘Na een noodkreet kwam hij meteen langs om met te praten’, vertelt Jurrien. ‘Hij bleef maar praten en praten en praten en dat heeft me heel erg geholpen. Gelukkig kon hij me uiteindelijk ook helpen om mijn financiële situatie op orde te krijgen. Ik ben hem eeuwig dankbaar voor zijn hulp. Door hem realiseer ik me hoe belangrijk het is om over je problemen te praten.’

Jurrien is dan ook bezig met een samenwerking met 113 Zelfmoordpreventie, want als geen ander weet hij hoe schulden tot ernstige depressieve gevoelens kunnen leiden. ‘Als Budgetmaatje hoor ik hoe wanhopig mensen soms kunnen zijn’, vertelt hij. ‘Maar de link tussen schulden en zelfmoordgedachten wordt nog niet altijd gelegd. Daarom zijn er vanuit 113 cursussen over schulden en zelfmoord, waar ik ook mijn verhaal vertel. Er komt gelukkig steeds meer aandacht voor.’

Kamp je met zelfmoordgedachten? Neem contact op met 113 voor directe hulp. Bel gratis met 0800-0113 of ga naar www.113.nl 

‘Bedrijven mogen niet verdienen aan mensen met schulden’

‘Bedrijven mogen niet verdienen aan mensen met schulden’

Het Keurmerk Geldzorgenbewuste organisatie (Gbo) is een feit. Met het landelijk keurmerk laten bedrijven en organisaties zien dat zij sociaal incasseren en er zijn voor werknemers met geldzorgen. Het keurmerk is de opvolger van het Keurmerk Warm Incasseren, in 2019 geïnitieerd en ontwikkeld door Warm Rotterdam. Ervaringsdeskundigen van Warm Rotterdam deelden hun kennis en ervaring voor de ontwikkeling van het keurmerk. Ervaringsdeskundigen Ellen Abbenhuis en Patricia Loemij vertellen.

In 2019 signaleerde Warm Rotterdam dat schuldenproblematiek in de stad schrijnende vormen begon aan te nemen. Ruim tachtigduizend Rotterdammers leefden onder de armoedegrens en voor duizenden kinderen is er niet eens geld om drie keer per dag te eten. De incassopraktijk maakte de problematiek alleen maar erger. Door aanmaningen, boetes en agressieve deurwaarders loopt een kleine schuld al snel op tot een grote. Zou een keurmerk voor humane incasso geen idee zijn?

‘Veel mensen met schulden hebben wel eens een vervelende incasso meegemaakt’, legt ervaringsdeskundige Ellen Abbenhuis uit. ‘Vooral de bejegening door deurwaarders kan heel mensonvriendelijk zijn. Ik heb wel eens een deurwaarder gehad die gewoon zijn voet tussen de deur zette. Dat voelt heel bedreigend.’

Patricia Loemij, ook ervaringsdeskundige bij Warm Rotterdam, herkent dat beeld. ‘Ik heb ook ooit een deurwaarder gehad die meteen naar binnen liep’, vertelt ze. ‘Ze hebben geen oog voor jou, alleen maar voor je spullen. Ze schrijven meteen op waar ze beslag op kunnen leggen.’

Lijst met eisen

Warm Rotterdam bracht ervaringsdeskundigen, partners en experts bijeen om na te denken over een mogelijke oplossing. Het zou al enorm schelen als schuldenlasten niet onnodig groot werden door boetes en stapeling van achterstanden. ‘We werden allemaal gevraagd waar een bedrijf dan op moet letten’, zegt Ellen. ‘Ik merk heel vaak dat bedrijven gewoon niet bereikbaar zijn. Je kan bijvoorbeeld niet even bellen om te zeggen dat je de rekening ontvangen hebt, maar iets meer tijd nodig hebt om te betalen.’

De mogelijkheid om een betalingsregeling af te spreken zou al veel rust geven. ‘Geef niet meteen een boete, maar spreek eerst een termijn af’, zegt Patricia. De input van de ervaringsdeskundigen heeft bijgedragen aan een set normen waaraan een organisatie die ‘warm incasseert’ moet voldoen. Dat gaat van persoonlijk contact tot geen kosten in rekening brengen voor incasseren, of van rekening houden met draagkracht tot geen boetes geven. Patricia: ‘Dat bedrijven niet meer zouden verdienen aan mensen met schulden, dat vonden we het allerbelangrijkste.’

Audits

Om het keurmerk onder de aandacht te brengen, werden verschillende Rotterdamse bedrijven uitgedaagd om met de normen aan de slag te gaan. Maar welke bedrijven en organisaties zouden dat volgens de ervaringsdeskundigen moeten zijn? ‘Woningcorporaties en energiebedrijven hebben we als eerste genoemd’, zegt Ellen. ‘Daar heeft iedereen met een sociale huurwoning mee te maken.’

De ervaringsdeskundigen werden niet alleen betrokken bij het opstellen van het normenkader, maar ook bij de eerste audits. ‘Ik ben meegegaan naar de audit van Greenchoice, het energiebedrijf’, vertelt Patricia. ‘Als auditor loop je mee met twee mensen van de organisatie. Ik keek of zij zich konden inleven in mensen met weinig geld. Inlevingsvermogen is belangrijk voor persoonlijk contact. Daarnaast keken we of het bedrijf sociaal beleid had en dat ook echt toepast. Ik let op alles, maar probeer dat ook wel met humor te doen.’

Trots

Het Keurmerk Warm Incasseren gaat landelijk verder onder de nieuwe naam Keurmerk Geldzorgenbewuste organisatie. Ellen en Patricia kijken met trots terug op het proces. ‘Er zijn al zes grote bedrijven in Rotterdam die het keurmerk Warm Incasseren hebben gehaald’, zegt Ellen. ‘Toen Eneco, als landelijk energiebedrijf, het keurmerk haalde, werd het vanzelf landelijk. Het is echt super dat Warm Rotterdam dit met ervaringsdeskundigen heeft ontwikkeld. Dat wij organisaties nu eigenlijk dwingen om socialer te worden, daar mogen we echt trots op zijn!’

‘Het mooiste is om dit van dichtbij mee te maken’, vertelt Patricia. ‘Als ik kijk naar mezelf, en dat geldt ook voor andere Nederlanders, dan kan je wel eens een achterstandje hebben en dat gaat van kwaad tot erger. Je raakt steeds verder in de put. Dus het is heel belangrijk dat er nu een keurmerk is om aan te geven dat een bedrijf sociaal met klanten omgaat. Maar nog belangrijker is dat ze ook op hun eigen werknemers letten. Want er zijn ook veel werknemers met financiële problemen.’

Invloed

De invloed van ervaringsdeskundigen reikt verder dan het keurmerk. Bij ieder plan van Warm Rotterdam worden ze betrokken en er is maandelijks een spreekuur waar ambtenaren, wethouders en de minister aanschuiven om vragen te stellen. Ook zijn de ervaringsdeskundigen regelmatig te zien op televisie of in kranten, om aandacht te vragen voor leven in armoede en met schulden.

Het keurmerk is maar één van de duurzame oplossingen van Warm Rotterdam. Nu het landelijke keurmerk verder gaat in een nieuwe stichting, kunnen Ellen en Patricia zich weer focussen op andere oplossingen. ‘Ik hoop dat Eén loket hierna als eerste werkelijkheid wordt’, zegt Ellen. ‘Zelf help ik al veel mensen die vastlopen en niet meer weten waar ze naartoe kunnen met vragen over schulden.’

Patricia kan dat alleen maar beamen. ‘Ik hoop dat mensen niet meer van het kastje naar de muur gestuurd worden’, zegt ze, ‘want door de bomen zien ze het bos niet meer. Help mensen bij de bron. Als je kennis hebt, geef ze die informatie, ook als het niet per se bij je functie hoort.’

Samenwerking

Waterbedrijf Evides is een van de organisaties die het Keurmerk heeft behaald. Ze hebben ervaringsdeskundigen van Warm Rotterdam gevraagd om mee te lopen met hun buitendienst. Samen met de medewerker van Evides gaan de ervaringsdeskundigen langs bij klanten met een betalingsachterstand om meteen hulp te bieden als dat nodig is. Op die manier wordt hun dienstverlening socialer en toegankelijker voor mensen in armoede of met schulden.

Tip 1

Zorg dat klanten gratis kunnen bellen. Ellen: ‘Bijna ieder bedrijf heeft tegenwoordig een 0900-nummer, maar mensen in armoede gaan dan niet bellen. De drempel om te bellen is al zo hoog… Zorg ervoor dat je bereikbaar bent, gratis, zodat mensen eerder zelf aan de bel trekken om een oplossing te bespreken.’

Tip 2

Geef de mogelijkheid om een betalingsregeling af te spreken. Patricia: ‘Dat bedrijven hun rekening betaald willen krijgen is logisch. Deel niet meteen boetes uit, maar probeer op een menselijke en sociale manier het geld terug te krijgen. Spreek bijvoorbeeld een betalingsregeling met de klanten af.’

Tip 3

Geef sensitiviteitstrainingen aan deurwaarders. Ellen: ‘Ga niet meteen bij de mensen naar binnen. Dreig niet gelijk dat alle spullen worden weggehaald, dat er overal beslag op wordt gelegd. Dat is zo aangrijpend.’

Wil jij ook invloed?

Heb jij ervaring met armoede of leef je nog steeds in armoede en wil jij ook impact maken met je kennis? Sluit je dan aan als ervaringsdeskundige bij Warm Rotterdam. Je wordt onderdeel van een betrokken groep en er is een ruime vrijwilligersvergoeding beschikbaar. Stuur een mail naar info@warmrotterdam.nl

Geldzorgen bij jongeren door gebrek aan financiële opvoeding

Geldzorgen bij jongeren door gebrek aan financiële opvoeding

Zodra je 18 wordt, ben je verantwoordelijk voor je eigen financiën. Maar wat als je nooit geleerd hebt hoe je met geld moet omgaan? En je ouders niet genoeg ruimte hebben om bij te springen? Warm Rotterdam signaleert dat een grote groep jongeren in Rotterdam hierdoor in de problemen dreigt te raken. We vroegen de 22-jarige ervaringsdeskundige Mia Nasibdar waar jongeren tegenaan lopen en hoe het beter kan. ‘Verwacht niet dat jongeren op hun 18e spontaan besef van geld krijgen.’                   

Van jongs af aan heeft Mia Nasibdar geleerd dat je voorzichtig met geld moet omgaan. Ze groeide op in een arm gezin. Maar toen vanaf haar 18e ook rekeningen op háár naam op de deurmat vielen, was dat toch even schrikken. Ze had nooit les gehad over geldzaken op school. Ze wist niet precies wat haar te wachten stond en waar ze recht op had. ‘Mijn moeder had me wel geleerd om een DigiD aan te maken en zorgtoeslag aan te vragen’, vertelt ze. ‘Maar dat was niet genoeg om de zorgverzekering te betalen.’

Mia probeerde via school hulp te vragen. ‘Tijdens je schoolperiode bouw je een band met op je mentor, dus die vroeg ik om hulp’, vertelt ze. ‘Eigenlijk werd meteen gezegd dat ik maar een lening moest aanvragen bij de Kredietbank, terwijl mijn moeder me altijd juist geleerd heeft om géén schulden te maken.’

‘Niet serieus genomen’

Bij toeval hoorde Mia van vrienden over de tegemoetkoming scholieren. Dat is een maandelijks bedrag dat de overheid uitkeert aan jongeren vanaf 18 jaar die op de middelbare school zitten. ‘Een paar goede vrienden wisten van mijn lastige financiële situatie en zij vertelden over de tegemoetkoming’, legt Mia uit. ‘Gelukkig wisten zij ervan, want ik had er nog nooit van gehoord! Ik baalde dat mijn mentor meteen voorstelde om geld te lenen voor boeken of een laptop, terwijl er nog een regeling was.’

De tegemoetkoming scholieren gaf tijdelijk verlichting. Toen Mia ging studeren kon ze studiefinanciering aanvragen. Toch liep ze opnieuw vast. ‘Omdat ik mantelzorg voor mijn moeder vond ik mijn studietijd erg zwaar’, vertelt ze. ‘Ik hielp namelijk mee in het huishouden, deed boodschappen en dergelijke. Daardoor had ik niet genoeg tijd en rust om goed te studeren.’

Ze besloot haar decaan om hulp te vragen. ‘Via de gemeente konden we geen hulp in het huishouden krijgen, maar misschien kon de onderwijsinstelling iets betekenen’, zegt ze. ‘Ik werd alleen niet serieus genomen door de decaan. Er werd heel nonchalant gesproken over mijn situatie: “Ga daar maar hulp zoeken.” Ik voelde me niet gehoord en kwam in een bureaucratische cirkel terecht.’

Verantwoordelijkheid van ouders

Mia erkent dat ouders verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van hun kinderen, ook de financiële. ‘Alleen kun je het ouders niet kwalijk nemen als ze niet op de hoogte zijn van een regeling’, licht ze toe. ‘De vraag is dus of informatie wel bereikbaar genoeg is voor degenen die het nodig hebben. Voor mensen in armoede is de gemeente vaak een schuldeiser, dus dat is niet een plek waar je makkelijk naartoe stapt om hulp te vragen. Het is niet gek dat mijn moeder niet wist van de tegemoetkoming voor scholieren, maar wel dat docenten, andere medewerkers van school of mensen bij het Jongerenloket het niet wisten.’

Meer aandacht voor geld op school

Meer aandacht voor financiële opvoeding op basis- en middelbare scholen, daar hoopt Mia op. ‘Op school leer je klokkijken, je leert meten, je leert geld tellen, en in het voortgezet onderwijs krijg je economie, maar je krijgt geen les over persoonlijke financiën’, vraagt ze zich af. ‘Ik weet natuurlijk niet of dat op alle scholen zo is, maar bij mij in ieder geval niet. Het zou mooi zijn als les over geld standaard onderdeel wordt van het lesprogramma.’

Geldzorgen en armoede bespreekbaar maken, zowel op school als onder vrienden, is een andere tip van Mia. ‘Jongeren onderling praten niet snel over geld of armoede’, zegt ze, ‘terwijl dat wel meer kennis en begrip zou opleveren. Mijn zusje en ik hebben dan ook meegewerkt aan een handreiking om armoede bespreekbaar te maken. Dit is een soort magazine voor docenten en is te vinden op scholen. Er is ook een lespakket van Young Impact, waar mijn broer en zusjes aan hebben meegewerkt. Zowel jongeren zelf als docenten kunnen dat gratis aanvragen.’

Menselijk contact redt levens

Menselijk contact redt levens

Schaamte, lange wachttijden aan de telefoon of van het kastje naar de muur gestuurd worden: voor mensen in armoede is de juiste hulp krijgen niet eenvoudig. Welke regelingen er zijn en hoe je die moet aanvragen, is voor veel Rotterdammers een raadsel. Daarom moet er één loket komen, in de wijk, waar ervaringsdeskundigen een eerste aanspreekp unt zijn. Ervaringsdeskundige Ellen legt uit waarom.

Zo’n tien jaar geleden dreigde Ellen uit huis gezet te worden. Sinds haar scheiding kampte ze met schulden. Haar bewindvoerders hadden er ‘een potje’ van gemaakt. ‘Financieel gezien kwam ik van de regen in de drup’, vertelt ze. ‘Toen ik bericht kreeg dat ik mijn huis uit moest, zocht ik hulp bij de bewonerscommissie. De voorzitter wist de uithuiszetting met een maand op te schorten. Dat gaf mij nog een laatste kans om alles op alles te zetten.’

Het was een behulpzame medewerker van de Belastingdienst die Ellen uiteindelijk uit de brand kon helpen. ‘Mijn zoon heeft een Wajong-uitkering, maar in het systeem stond dat hij een jaar eerder negen ton had verdiend. Dat klopte natuurlijk niet.’ Niet alleen werd die fout gecorrigeerd, ook zag de medewerker dat Ellen met terugwerkende kracht recht had op huurtoeslag. ‘Hij kon ook nog regelen dat ik het bedrag binnen korte tijd op mijn rekening had. Zo kon ik mijn huurachterstand op tijd betalen en een huisuitzetting voorkomen. Allemaal dankzij een medewerker die de tijd nam om naar mijn verhaal te luisteren.’

Personeelstekort

Door het grote personeelstekort zijn zulke medewerkers tegenwoordig schaars. Ellen heeft ze zelf misschien niet meer nodig, maar veel anderen wel. ‘Mensen vertellen dat ze soms wel 35 wachtenden voor zich hebben als ze naar de woningcorporatie bellen’, vertelt Ellen. ‘En als het al lukt om ergens een afspraak te maken, dan zit er vaak een jonge medewerker die nog te weinig verstand van zaken heeft. Weer anderen krijgen een onprettig gevoel bij de beveiligers bij de ingang van Vraagwijzer. En dan hebben we het nog niet gehad over schaamte.’

Stichting

Door haar eigen ervaring heeft Ellen genoeg kennis en contacten opgedaan om anderen te helpen. Ze is zelfs haar eigen stichting begonnen en zit iedere vrijdag van 9.00 tot 11.00 uur in het Huis van de Wijk De Dijk voor een inloopspreekuur. ‘Inmiddels heb ik een netwerk van maatschappelijke organisaties, wethouders, bewindvoerders, advocaten, mensen uit de wijk’, vertelt Ellen. ‘Ik weet hoe het werkt, dus ik kan mensen tips geven, slimme trucjes uitleggen of helpen met invullen van formulieren.’

En daar is grote behoefte aan. Informatie is moeilijk te vinden of lastig te begrijpen en veel moet online geregeld worden. ‘Mensen die niet goed Nederlands spreken, of laaggeletterd zijn, kunnen brieven niet goed lezen en komen daardoor in de problemen’, legt Ellen uit. ‘Als je al onder stress staat vanwege armoede en schulden, en ook nog tig formulieren online in moet vullen, dan haken mensen af. Al helemaal als ze bang zijn dat ze het geld misschien moeten terugbetalen.’

Luisterend oor

Een luisterend oor, dat is de belangrijkste hulp die Ellen geeft. De formulieren, de praktische tips, het is vaak maar bijzaak. ‘Mensen kunnen hun verhaal niet kwijt en dat is heel erg frustrerend’, weet Ellen. ‘De stress die mensen al hebben wordt alleen maar groter. Vaak zijn ze al heel blij dat ze hun verhaal bij me kwijt kunnen. Ik probeer duidelijk te maken dat ze zich niet hoeven te schamen, dat ze niet de eerste en ook niet de enige zijn.’

Als er één loket in de wijk komt, zijn ze hopelijk wel de laatsten. Als er tijd en ruimte is voor mensen om hun verhaal te doen, om met bekwame medewerkers naar oplossingen te zoeken en om mensen zelf de regie te laten houden, dan zouden mensen in armoede al veel geholpen zijn. ‘Die stress die gepaard gaat met een dreigende huisuitzetting, raak je nooit meer kwijt’, zegt Ellen. ‘Bij iedere deurbel of bij ieder busje dat de straat in komt rijden, schrik ik nog. Ook dit werk herinnert continu aan mijn verleden, maar ik wil het toch doen om andere mensen te helpen zelfredzaam te worden.’

Meer lezen?

Eén laagdrempelig loket in de wijk is wat Warm Rotterdam bepleit als duurzame oplossing om bewoners te bereiken en hen te helpen. Dichtbij, zonder de kleuren van de gemeente en zonder beveiligers. Eén loket met ervaringsdeskundigen voor het eerste contact en het vertrouwen. Lees meer over duurzame oplossingen van Warm Rotterdam.

De eeuwige zoektocht naar betaalbare boodschappen

De eeuwige zoektocht naar betaalbare boodschappen

Nauwelijks verse groenten, geen lunch op school of werk en als avondeten diepvriesfastfood: voor mensen die in armoede leven is dit dagelijkse kost. Wie van 50 euro per week moet leven, lukt het vaak al niet om één gezonde maaltijd per dag op tafel te zetten. Laat staan drie. Daarom moeten basisboodschappen voor iedereen betaalbaar worden. Ervaringsdeskundige Monique legt uit waarom. ‘Boodschappen worden écht iedere week duurder.’

De ervaringsdeskundigen van Warm Rotterdam hebben een basisboodschappenlijst opgesteld: een lijst met boodschappen voor drie gezonde maaltijden per dag, basics zoals toiletpapier of wasmiddel en één keer in de week wat lekkers voor ouders en kinderen. Niks bijzonders, maar voor veel Rotterdammers onbetaalbaar. Daarom roept Warm Rotterdam winkeliers op om de (huismerk)producten van deze boodschappenlijst samen nooit meer dan 50 euro per week te laten kosten.

Inflatie

De torenhoge inflatie maken boodschappen voor iedereen vreselijk duur. Maar voor mensen die voorheen nog nét uitkwamen, is het de nekslag. ‘Niet lang geleden kocht je twee volle tassen met boodschappen voor 50 euro, nu nog maar een halve’, vertelt ervaringsdeskundige Monique, die met haar dochter in een appartement in Rotterdam woont. ‘Zelfs de huismerken zijn flink in prijs gestegen. Zo kocht ik een fles cola van een huismerk voor 60 cent, maar nu kost diezelfde fles 1 euro. En iets goedkopers dan het huismerk, dat is er niet. Ik koop nog dezelfde producten, maar dan veel minder.’

Ongezond

Dat ongezond eten goedkoper is dan gezond eten, is Monique een doorn in het oog. ‘Gezond voedsel kun je gewoon niet kopen met leefgeld van minder dan 50 euro per week’, legt ze uit. ‘Twee mango’s kosten al gauw vijf, zes euro. Een zak chips kost een euro. Verse groenten zijn niet te betalen, alleen groenten uit een potje. Daar zitten op zich ook nog wel vitaminen in, maar vers is natuurlijk beter. Ongezonde dingen zijn altijd spotgoedkoop en altijd in overvloed in de aanbieding. Het is belachelijk – junkfood moet gewoon veel duurder worden. En ik kijk altijd wat er in de aanbieding is, maar dat zijn ook vaak ongezonde dingen of producten die ik toch niet gebruik.’

Al zouden aanbiedingen wel interessant zijn, het is niet voor iedereen mogelijk om alle winkels op acties af te struinen. ‘Ik ga naar de supermarkt hier in de buurt’, zegt Monique. ‘Ik zou wel naar een goedkopere supermarkt willen, maar vanwege gezondheidsredenen is dat te ver voor me.’

Oplossingen

Het is uit pure noodzaak, maar Monique wordt wel creatief in de keuken. ‘Spaghetti en frikandellen zijn heel goedkoop, dus daar maak ik – samen met wat restjes groenten en tomatenpuree – een maaltijd van. Of rijst met knakworst, dat is ook een verrassend lekkere combinatie.’

Hoe creatief mensen in armoede ook worden, écht structurele oplossingen zijn het natuurlijk niet. ‘Het belangrijkste is dat de basisboodschappen betaalbaar blijven’, legt Monique uit. ‘Soms eten mensen zelf heel weinig, zodat hun kinderen wél te eten hebben. Gezond eten móet betaalbaar zijn, zodat gezondheidsproblemen zoveel mogelijk voorkomen worden.’

Een verhoging van de leefnorm is wat Monique betreft noodzakelijk. ‘Een alleenstaande heeft minimaal 80 euro nodig’, zegt ze, ‘en een gezin minimaal 200 euro. Die norm moet echt anders. En daarbij moet btw op boodschappen weer naar 9 procent, en op gezonde boodschappen naar 0. En de basisboodschappen, daar zou eigenlijk helemaal geen inflatie op mogen.’

Meer lezen?

De basisboodschappenlijst voor 50 euro per week is wat Warm Rotterdam bepleit als duurzame oplossing voor de aanpak van armoede. Lees meer over duurzame oplossingen van Warm Rotterdam.