Bea: ‘Het sociale isolement van mensen in armoede wordt steeds groter’

Bea: ‘Het sociale isolement van mensen in armoede wordt steeds groter’

Ervaringsdeskundige Bea werd in 2007 van de ene op de andere dag alleenstaande moeder door een scheiding. Dat bracht haar in de financiële problemen. Hoewel ze zich al jaren bezighield met armoedeproblematiek, begreep ze pas hoe erg het was toen ze het aan den lijve ondervond. ‘Het heeft me gestimuleerd om te proberen zoveel mogelijk op het gebied van armoede te veranderen.’

Bea zet zich al zo’n dertig jaar in als vrijwilliger op de thema’s armoedebestrijding, sociaal isolement en huiselijk geweld. Via de cliëntenraad heeft ze gratis openbaar vervoer voor ouderen weten te regelen. ‘In 2011 maakten we met de cliëntenraad kennis met Marco Florijn, die net was benoemd tot wethouder Werk, Inkomen en Zorg in Rotterdam’, vertelt Bea. ‘Tijdens het voorstelrondje vertelde ik dat ik gratis openbaar vervoer voor ouderen zou willen, in het kader van armoedebestrijding. Later kreeg ik een telefoontje dat het er kwam, ik was zo blij!’

Al op jonge leeftijd kwam Bea voor haar rechten op. “Op mijn 21e werkte ik bij een benzinepomp’, vertelt ze, ‘waar ik alles deed, van werk in de garage tot de boekhouding. Ik moest wel pensioen afdragen voor een 21-jarige collega, maar niet voor mij. Ik vroeg aan mijn baas waarom niet. Toen bleek ik als vrouw geen pensioenrecht te hebben. Na navraag bleken alleen vrouwelijke ambtenaren pensioenrecht te hebben. Met de vrouwenbond zijn we toen vier jaar lang actie gaan voeren. Toen ik 25 was kregen ook vrouwen in andere sectoren pensioenrechten.’

Naar elkaar omkijken

Naast alle adviezen die ze geeft, helpt Bea mensen ook direct met eten, drinken en spullen. ‘Zelf heb ik ooit meegemaakt dat iemand me een week voor de kerst twee tassen vol eten kwam brengen’, vertelt ze. ‘Daar heb ik toen echt om moeten huilen. Het ontroert me nog steeds. Het is zo belangrijk dat mensen naar elkaar omkijken. Daarom heb ik een voorraadkast vol eten in huis en twee koelkasten en vriezers vol. Mensen uit de buurt die het nodig hebben weten me te vinden. Ik kan ze direct te eten meegeven.’

Hoeveel mensen Bea precies helpt is lastig te zeggen. ‘Het wisselt heel erg, maar iedere week komt er wel iemand langs’, zegt ze. ‘Laatst kwam er in de vroege ochtend een vrouw die niets had om aan haar kinderen mee naar school te geven, dus ik heb meteen wat gegeven. Ik vraag nooit om bewijs, want mensen komen niet voor de lol bij me aankloppen.’ Bea deed al die boodschappen voor anderen allemaal zelf, maar ze krijgt ook regelmatig boodschappenkaarten om uit te delen. ‘Ik houd dan financieel zelf meer over’, zegt ze, ‘en het scheelt een heleboel sjouwen!’

Kerstcadeautjes

Boodschappen uitdelen is maar een van de vele activiteiten die Bea onderneemt. ‘In december hoor ik vaak dat opa’s of oma’s niet ingaan op uitnodigingen van hun kinderen om kerst te komen vieren, omdat ze geen geld hebben voor cadeautjes voor de kleinkinderen’, legt Bea uit. ‘Met vrijwilligers maak ik tasjes met cadeautjes voor hen, zodat ze toch durven gaan en niet alleen hoeven te zijn met kerst.’ 

Die eenzaamheid helpt Bea ook bestrijden met het haar kerstkaartenproject. ‘Het sociale isolement wordt steeds groter bij mensen die in armoede leven’, zegt Bea. ‘Daarom kunnen ze via de Voedselbank in december een kerstkaart met kerstzegel krijgen. Vrijwilligers die houden van fröbelen hebben die kaarten gemaakt. Mensen zijn daar heel blij mee, vorig jaar was er iemand die al vijf jaar geen kaartje naar zijn moeder had kunnen sturen.’

Ervaringsdeskundige Jurrien: ‘Praten, praten, praten – dat heeft me uiteindelijk geholpen’

Ervaringsdeskundige Jurrien: ‘Praten, praten, praten – dat heeft me uiteindelijk geholpen’

Enorme stapels ongeopende post en een continue angst voor de deurwaarder: ervaringsdeskundige Jurrien weet precies hoe het voelt om met schulden te leven. Nadat een hulpverlener hem uit de problemen had geholpen, besloot Jurrien om aan de slag te gaan als Budgetmaatje. Als geen ander weet hij hoe belangrijk het is om te praten over je problemen, hoe erg ze ook zijn.

Trigger warning: zelfmoord

Contact maken, dat is het eerste wat Jurrien doet als vrijwilliger bij Budgetmaatje. ‘De schulden liggen er meestal al een paar jaar, dus die lopen niet weg’, vertelt hij. ‘Belangrijker is dat mensen eerst even hun verhaal kwijt kunnen en dat ze je vertrouwen. Want je zit zo een paar jaar lang diep te graven in hun financiële situatie. Die hulp moet je dus ook willen. Als iemand de hulp niet aanvaardt, dan gaan we verder om iemand anders te helpen.’

Langdurige hulp

Tot drie jaar lang gaat Jurrien één keer per week bij iemand langs om diegene uit de schulden te helpen. Jurrien helpt twee cliënten tegelijk. ‘Ongeveer een uur per week ga ik bij die mensen thuis langs’, legt hij uit. ‘We beginnen altijd met de post. Vaak ligt er een hele stapel ongeopende post. Ik pak het stap voor stap aan. Soms vraag ik of ze de brieven alleen maar willen open maken. De volgende keer om ze er allemaal uit te halen. Daarna gaan we alles sorteren, op afzender en op datum. Alleen de nieuwste brieven zijn belangrijk, de rest kan vaak al weg. Dat geeft al veel rust bij mensen. Niet die hele stapel staat voor je schulden, maar alleen het deel dat overblijft.’

Angst voor brieven

De angst voor post is hardnekkig. Jurrien helpt soms ook mensen alleen daarbij. ‘Op een gegeven moment hielp ik een jongedame die niet naar de brievenbus in de portiek durfde’, vertelt hij. ‘Iedere vrijdag ging ik bij haar langs om samen – letterlijk aan de hand – beneden de post uit de brievenbus te halen. Tot ze een keer op woensdag een berichtje stuurde: ze had zelf de post al gepakt! Jaren later, ze had alles op de rit, stuurde ze me een foto van haar eerste kindje. Zo mooi dat je op die manier een band opbouwt met mensen.’

Schulden en zelfmoordgedachten

Jurrien schroomt niet om zijn eigen verhaal te delen, want daardoor voelen mensen dat hij hen begrijpt. ‘Zelf ben ik door een vechtscheiding diep in de schulden geraakt’, vertelt Jurrien. ‘Ik verloor alles wat ik had en zag ook mijn kinderen nooit meer. Ik was naar een chalet verhuisd en werkte bij de catering van een luchtvaartmaatschappij. Maar dat was een erg stressvolle baan. Vijf minuten voordat een vlucht vertrok, moest je soms nog maaltijden regelen. Vaak door fouten die een ander maakte. Dat alles bij elkaar brak me op. Ik wilde er een eind aan maken.’

Een hulpverlener van de crisisdienst wist Jurrien te helpen. ‘Na een noodkreet kwam hij meteen langs om met te praten’, vertelt Jurrien. ‘Hij bleef maar praten en praten en praten en dat heeft me heel erg geholpen. Gelukkig kon hij me uiteindelijk ook helpen om mijn financiële situatie op orde te krijgen. Ik ben hem eeuwig dankbaar voor zijn hulp. Door hem realiseer ik me hoe belangrijk het is om over je problemen te praten.’

Jurrien is dan ook bezig met een samenwerking met 113 Zelfmoordpreventie, want als geen ander weet hij hoe schulden tot ernstige depressieve gevoelens kunnen leiden. ‘Als Budgetmaatje hoor ik hoe wanhopig mensen soms kunnen zijn’, vertelt hij. ‘Maar de link tussen schulden en zelfmoordgedachten wordt nog niet altijd gelegd. Daarom zijn er vanuit 113 cursussen over schulden en zelfmoord, waar ik ook mijn verhaal vertel. Er komt gelukkig steeds meer aandacht voor.’

Kamp je met zelfmoordgedachten? Neem contact op met 113 voor directe hulp. Bel gratis met 0800-0113 of ga naar www.113.nl 

‘Bedrijven mogen niet verdienen aan mensen met schulden’

‘Bedrijven mogen niet verdienen aan mensen met schulden’

Het Keurmerk Geldzorgenbewuste organisatie (Gbo) is een feit. Met het landelijk keurmerk laten bedrijven en organisaties zien dat zij sociaal incasseren en er zijn voor werknemers met geldzorgen. Het keurmerk is de opvolger van het Keurmerk Warm Incasseren, in 2019 geïnitieerd en ontwikkeld door Warm Rotterdam. Ervaringsdeskundigen van Warm Rotterdam deelden hun kennis en ervaring voor de ontwikkeling van het keurmerk. Ervaringsdeskundigen Ellen Abbenhuis en Patricia Loemij vertellen.

In 2019 signaleerde Warm Rotterdam dat schuldenproblematiek in de stad schrijnende vormen begon aan te nemen. Ruim tachtigduizend Rotterdammers leefden onder de armoedegrens en voor duizenden kinderen is er niet eens geld om drie keer per dag te eten. De incassopraktijk maakte de problematiek alleen maar erger. Door aanmaningen, boetes en agressieve deurwaarders loopt een kleine schuld al snel op tot een grote. Zou een keurmerk voor humane incasso geen idee zijn?

‘Veel mensen met schulden hebben wel eens een vervelende incasso meegemaakt’, legt ervaringsdeskundige Ellen Abbenhuis uit. ‘Vooral de bejegening door deurwaarders kan heel mensonvriendelijk zijn. Ik heb wel eens een deurwaarder gehad die gewoon zijn voet tussen de deur zette. Dat voelt heel bedreigend.’

Patricia Loemij, ook ervaringsdeskundige bij Warm Rotterdam, herkent dat beeld. ‘Ik heb ook ooit een deurwaarder gehad die meteen naar binnen liep’, vertelt ze. ‘Ze hebben geen oog voor jou, alleen maar voor je spullen. Ze schrijven meteen op waar ze beslag op kunnen leggen.’

Lijst met eisen

Warm Rotterdam bracht ervaringsdeskundigen, partners en experts bijeen om na te denken over een mogelijke oplossing. Het zou al enorm schelen als schuldenlasten niet onnodig groot werden door boetes en stapeling van achterstanden. ‘We werden allemaal gevraagd waar een bedrijf dan op moet letten’, zegt Ellen. ‘Ik merk heel vaak dat bedrijven gewoon niet bereikbaar zijn. Je kan bijvoorbeeld niet even bellen om te zeggen dat je de rekening ontvangen hebt, maar iets meer tijd nodig hebt om te betalen.’

De mogelijkheid om een betalingsregeling af te spreken zou al veel rust geven. ‘Geef niet meteen een boete, maar spreek eerst een termijn af’, zegt Patricia. De input van de ervaringsdeskundigen heeft bijgedragen aan een set normen waaraan een organisatie die ‘warm incasseert’ moet voldoen. Dat gaat van persoonlijk contact tot geen kosten in rekening brengen voor incasseren, of van rekening houden met draagkracht tot geen boetes geven. Patricia: ‘Dat bedrijven niet meer zouden verdienen aan mensen met schulden, dat vonden we het allerbelangrijkste.’

Audits

Om het keurmerk onder de aandacht te brengen, werden verschillende Rotterdamse bedrijven uitgedaagd om met de normen aan de slag te gaan. Maar welke bedrijven en organisaties zouden dat volgens de ervaringsdeskundigen moeten zijn? ‘Woningcorporaties en energiebedrijven hebben we als eerste genoemd’, zegt Ellen. ‘Daar heeft iedereen met een sociale huurwoning mee te maken.’

De ervaringsdeskundigen werden niet alleen betrokken bij het opstellen van het normenkader, maar ook bij de eerste audits. ‘Ik ben meegegaan naar de audit van Greenchoice, het energiebedrijf’, vertelt Patricia. ‘Als auditor loop je mee met twee mensen van de organisatie. Ik keek of zij zich konden inleven in mensen met weinig geld. Inlevingsvermogen is belangrijk voor persoonlijk contact. Daarnaast keken we of het bedrijf sociaal beleid had en dat ook echt toepast. Ik let op alles, maar probeer dat ook wel met humor te doen.’

Trots

Het Keurmerk Warm Incasseren gaat landelijk verder onder de nieuwe naam Keurmerk Geldzorgenbewuste organisatie. Ellen en Patricia kijken met trots terug op het proces. ‘Er zijn al zes grote bedrijven in Rotterdam die het keurmerk Warm Incasseren hebben gehaald’, zegt Ellen. ‘Toen Eneco, als landelijk energiebedrijf, het keurmerk haalde, werd het vanzelf landelijk. Het is echt super dat Warm Rotterdam dit met ervaringsdeskundigen heeft ontwikkeld. Dat wij organisaties nu eigenlijk dwingen om socialer te worden, daar mogen we echt trots op zijn!’

‘Het mooiste is om dit van dichtbij mee te maken’, vertelt Patricia. ‘Als ik kijk naar mezelf, en dat geldt ook voor andere Nederlanders, dan kan je wel eens een achterstandje hebben en dat gaat van kwaad tot erger. Je raakt steeds verder in de put. Dus het is heel belangrijk dat er nu een keurmerk is om aan te geven dat een bedrijf sociaal met klanten omgaat. Maar nog belangrijker is dat ze ook op hun eigen werknemers letten. Want er zijn ook veel werknemers met financiële problemen.’

Invloed

De invloed van ervaringsdeskundigen reikt verder dan het keurmerk. Bij ieder plan van Warm Rotterdam worden ze betrokken en er is maandelijks een spreekuur waar ambtenaren, wethouders en de minister aanschuiven om vragen te stellen. Ook zijn de ervaringsdeskundigen regelmatig te zien op televisie of in kranten, om aandacht te vragen voor leven in armoede en met schulden.

Het keurmerk is maar één van de duurzame oplossingen van Warm Rotterdam. Nu het landelijke keurmerk verder gaat in een nieuwe stichting, kunnen Ellen en Patricia zich weer focussen op andere oplossingen. ‘Ik hoop dat Eén loket hierna als eerste werkelijkheid wordt’, zegt Ellen. ‘Zelf help ik al veel mensen die vastlopen en niet meer weten waar ze naartoe kunnen met vragen over schulden.’

Patricia kan dat alleen maar beamen. ‘Ik hoop dat mensen niet meer van het kastje naar de muur gestuurd worden’, zegt ze, ‘want door de bomen zien ze het bos niet meer. Help mensen bij de bron. Als je kennis hebt, geef ze die informatie, ook als het niet per se bij je functie hoort.’

Samenwerking

Waterbedrijf Evides is een van de organisaties die het Keurmerk heeft behaald. Ze hebben ervaringsdeskundigen van Warm Rotterdam gevraagd om mee te lopen met hun buitendienst. Samen met de medewerker van Evides gaan de ervaringsdeskundigen langs bij klanten met een betalingsachterstand om meteen hulp te bieden als dat nodig is. Op die manier wordt hun dienstverlening socialer en toegankelijker voor mensen in armoede of met schulden.

Tip 1

Zorg dat klanten gratis kunnen bellen. Ellen: ‘Bijna ieder bedrijf heeft tegenwoordig een 0900-nummer, maar mensen in armoede gaan dan niet bellen. De drempel om te bellen is al zo hoog… Zorg ervoor dat je bereikbaar bent, gratis, zodat mensen eerder zelf aan de bel trekken om een oplossing te bespreken.’

Tip 2

Geef de mogelijkheid om een betalingsregeling af te spreken. Patricia: ‘Dat bedrijven hun rekening betaald willen krijgen is logisch. Deel niet meteen boetes uit, maar probeer op een menselijke en sociale manier het geld terug te krijgen. Spreek bijvoorbeeld een betalingsregeling met de klanten af.’

Tip 3

Geef sensitiviteitstrainingen aan deurwaarders. Ellen: ‘Ga niet meteen bij de mensen naar binnen. Dreig niet gelijk dat alle spullen worden weggehaald, dat er overal beslag op wordt gelegd. Dat is zo aangrijpend.’

Wil jij ook invloed?

Heb jij ervaring met armoede of leef je nog steeds in armoede en wil jij ook impact maken met je kennis? Sluit je dan aan als ervaringsdeskundige bij Warm Rotterdam. Je wordt onderdeel van een betrokken groep en er is een ruime vrijwilligersvergoeding beschikbaar. Stuur een mail naar info@warmrotterdam.nl

JIP Rotterdam: ‘Iedereen verdient een tweede, derde, zoveelste kans’

JIP Rotterdam: ‘Iedereen verdient een tweede, derde, zoveelste kans’

Warm Rotterdam en De Brede Raad010 zijn door armoedewethouder Enes Yigit gevraagd om de stem van de stad te laten horen. We spraken tientallen mensen die zich via informele organisaties of andere initiatieven inzetten voor mensen die in armoede leven. In deze portretserie geven we hen een gezicht. Waar lopen zij tegenaan en wat hebben zij nodig? In deel 6 spreken we Josine Strörmann van JIP Rotterdam.

‘Het is ontzettend lastig om met andere jongeren mee te doen als je hoge schulden hebt’, vertelt Josine Strörmann, coördinator van het Jongeren Informatie Punt (JIP). ‘Samen met je vrienden een avondje gamen en eten bestellen bij Thuisbezorgd is er niet bij. De stress door geldproblemen moet niet onderschat worden. Onze jongeren zijn murw geslagen, denken dat het allemaal toch geen zin heeft. Eenmaal in de administratieve molen richting schuldsanering, moeten ze hun verhaal keer op keer opnieuw doen. Het duurt weken, zo niet maanden, voordat je in een schuldregeling zit. Dan verlies je het geloof in een goede afloop wel, zeker als in de tussentijd de schulden alleen maar blijven toenemen.’

Druppel op een gloeiende plaat

Jaarlijks bereikt het JIP zo’n duizend leerlingen met geldlessen op mbo en vo en helpt het honderden jongeren op individuele basis. Hoe mooi dat ook klinkt, volgens Josine is het ‘een druppel op de gloeiende plaat’. Daarmee doelt zij op het enorme gebrek aan kennis over geldzaken bij zowel jongeren als hun ouders of verzorgers. ‘Wij werken met een klein team van drie professionals en een aantal stagiaires’, legt Josine uit. ‘We zouden heel graag willen dat er minstens twee JIP-pen waren in Rotterdam. Bij 95 procent van de jongeren gaat het over wat er op financieel gebied gebeurt als je 18 jaar wordt. Jongeren weten gewoon niet dat zij vanaf hun achttiende gemeentelijke heffingen moeten gaan betalen, een zorgverzekering moeten afsluiten en dat het verstandig is om een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. Toeslagen durven zij niet aan te vragen, omdat ze denken dat je die op termijn moet terugbetalen of dat je als fraudeur wordt aangemerkt. Alleen hierdoor al beginnen de schulden zich op te stapelen.’

Vertrouwen

De impact van geldproblemen op de participatie van jongeren aan de samenleving is volgens Josine enorm. Josine: ‘Vooral het idee bij jongeren dat de gemeente hen sowieso niet vertrouwt, heeft een uiterst negatieve invloed op de toekomst. Dit leeft echt bij jongeren. We moeten echt ons best doen om ze over te halen om een afspraak bij het ETF of Centraal Onthaal Jongeren te maken. Door deze overtuiging hebben ze helaas geen vertrouwen in de politiek en gaan ze vaak ook niet stemmen. De gemeente moet echt meer inzetten op het opbouwen van vertrouwen bij deze jonge Rotterdamse burgers.’

Bijzonder aan de hulpverlening van JIP is dat jongeren er anoniem terechtkunnen en dat de hulpverlening zo lang mag duren als nodig is. ‘Daarmee zijn wij redelijk uniek in hulpverleningsland’, zegt Josine. ‘Bij ons kun je vrijblijvend en anoniem aankloppen en wij hebben geen oordeel over hoe jongeren in de problemen zijn gekomen. We gaan gewoon lekker aan de slag. Ook wij hebben tussentijdse uitval, maar als ze dan weer terugkomen zijn ze weer van harte welkom. Iedereen verdient een tweede, derde, zoveelste kans. Zo zou alle hulp aan jongeren in de wedstrijd moeten zitten.’

Meer lezen?

Lees alles over het Jongeren Informatie Punt op hun website.

Download het rapport Gezien, Gehoord en Begrepen worden van Warm Rotterdam.

Download het rapport Code Rood van de Brede Raad010.

Armoedeplatform Delfshaven: ‘Armoede moet een collectief probleem worden’

Armoedeplatform Delfshaven: ‘Armoede moet een collectief probleem worden’

Warm Rotterdam en De Brede Raad010 zijn door armoedewethouder Enes Yigit gevraagd om de stem van de stad te laten horen. We spraken tientallen mensen die zich via informele organisaties of andere initiatieven inzetten voor mensen die in armoede leven. In deze portretserie geven we hen een gezicht. Waar lopen zij tegenaan en wat hebben zij nodig? In deel 5 spreken we de samenwerkende partners van Armoedeplatform Delfshaven.

Enkele wijken in Delfshaven behoren tot de armste van Nederland. Hier groeit één op de vier kinderen op in armoede. Wat Delfshaven onderscheidt van andere wijken, is dat er een sterk sociaal weefsel is met een aantal trekkers en veel samenwerking. Het Armoedeplatform Delfshaven bestaat uit verschillende mensen en organisaties die in Delfshaven actief zijn op het thema armoede. Naast scholen, CJG, Wmo radar, Vraagwijzer en wijkteam, zijn dat voornamelijk informele partijen. Zo is Sahila el Barkany betrokken bij de Onwijze Moeders en stichting Essajo, regelt wijkpastor Nico van Splunter ontbijt op basisscholen. Carolina Castro en Klaske de Jong proberen mensen aan werk te helpen en Mirjam van Rijn werkt met Team Toekomst in samenwerking met scholen aan een betere startpositie voor kinderen uit de wijk. Leven en werk zijn voor veel (vrijwillige) hulpverleners verweven. Dat zorgt voor een sterke motivatie.

Infrastructuur

Buurthuizen in de wijk zijn van groot belang: hier kunnen mensen elkaar vinden en ondersteunen. Tijdens inloopspreekuren, maaltijden, aanbelacties, kinderclubs en andere activiteiten worden mensen aan elkaar verbonden. Zo ontstaat er een buurtgemeenschap waarin mensen voor elkaar zorgen en doorverwijzen naar professionele zorg.

‘Je moet allereerst investeren in de infrastructuur’, vindt Dennis Lohuis dan ook. Hij werkt voor de Zorgvrijstaat Delfhaven en neemt deel aan het Armoedeplatform. ‘En het moet van de wijk zijn. Samenwerking van informele en formele organisaties is noodzakelijk. Beleid kan niet standaard over de hele stad worden uitgerold, je moet kijken naar wat er al gebeurt in een wijk. Ieder initiatief heeft zijn eigen identiteit en dat moet ook zo blijven. Er moet een netwerkregisseur zijn met een aanjaagfunctie, die uit het gebied zelf komt en vertrouwd wordt door bewoners. Doe het niet alleen. De sleutel zit in ‘we’. Ondersteun partijen die hulp bieden op een manier die werkt.’

Korte lijnen

Er is niet alleen behoefte aan financiële ondersteuning, maar ook aan korte lijnen met instanties en informatie vanuit de gemeente. Het gaat om kennis delen, verbinden, vastpakken en vasthouden voor langere tijd. Het is niet zo dat mensen alleen in armoede leven omdat ze schulden hebben. Het inkomen is doorgaans simpelweg te weinig. ‘Je moet het planmatig aanpakken, het totaal aantal kinderen in beeld hebben en weten wie je helpt’, zegt Mirjan van Rijn van Team Toekomst. ‘We moeten stoppen met zomaar wat proberen elke keer, zonder dat we precies weten of dat gezin die steun nodig heeft. Houd op met al die kleine pilotjes en het zoeken naar gezinnen die hulp nodig hebben. In deze tijd van weinig personeel en stijgende zorgkosten is het nodig dat we op deze manier planmatig werken en bijhouden waar we staan.’

Collectief probleem

Armoede moet een collectief probleem zijn, menen de deelnemers aan het Armoedeplatform. ‘Als armoede het probleem is van mensen in armoede, gaat er nooit wat veranderen.’

Meer lezen?

Lees alles over het Armoedeplatform Delfshaven op hun website.

Download het rapport Gezien, Gehoord en Begrepen worden van Warm Rotterdam.

Download het rapport Code Rood van de Brede Raad010.

Cultuurhuis Feijenoord: ‘Er is veel verdriet en grote zorgen’

Cultuurhuis Feijenoord: ‘Er is veel verdriet en grote zorgen’

Warm Rotterdam en De Brede Raad010 zijn door armoedewethouder Enes Yigit gevraagd om de stem van de stad te laten horen. We spraken tientallen mensen die zich via informele organisaties of andere initiatieven inzetten voor mensen die in armoede leven. In deze portretserie geven we hen een gezicht. Waar lopen zij tegenaan en wat hebben zij nodig? In deel 4 spreken we Anneke de Goede van Het Cultuurhuis Feijenoord.

Samen met een grote en diverse groep vrijwilligers runt Anneke de Goede het Cultuurhuis Feijenoord. ‘Er worden taallessen gegeven, of een cursus empowerment en er worden creatieve activiteiten georganiseerd’, vertelt Anneke. ‘Denk aan haakles, waarin bewoners kunnen leren om leuke knuffels te haken. De wol is gratis, dus zo hebben ze een leuk zelfgemaakt cadeautje voor de kinderen.’

Bij Cultuurhuis Feijenoord worden geen vragen gesteld. ‘We vragen niet naar de financiële situatie, of ze schulden hebben, maar iedereen mag overal gratis aan meedoen’, vertelt Anneke. ‘Op die manier ontstaat er een veilige sfeer. Ook zijn alle vrijwilligers getraind in cultuursensitief werken, geweldloos communiceren en feedback geven en ontvangen. Als mensen zich eenmaal vertrouwd voelen, dan vertellen ze vanzelf wel waar ze mee zitten. En als ze dat niet willen, is dat ook prima.’

Sociale armoede

Door de gesprekken die ontstaan, merkt Anneke dat er niet alleen materiële armoede is maar ook sociale armoede. ‘De gevolgen van langdurig leven in armoede zijn enorm’, legt ze uit, ‘en daar zijn veel mensen zich niet van bewust. Mensen maken zich grote zorgen, bijvoorbeeld of ze hun kinderen aan het einde van de maand nog eten kunnen geven, en ze hebben veel angst om iets verkeerd te doen en uitkeringen te moeten terugbetalen.’

Het Cultuurhuis Feijenoord organiseert daarom niet alleen activiteiten, maar geeft ook gratis ontbijt voor iedereen en gratis lunch en fruit voor kinderen. ‘Daarnaast geven we kunst- en cultuurlessen aan kinderen, want daar komen kinderen in arme gezinnen anders niet mee in aanraking. Zo proberen we het hele gezin te bereiken.’

Erkenning

Anneke mist erkenning van de gemeente. ‘Subsidies gaan naar grote organisaties’, zegt ze. ‘Er blijft weinig geld over voor kleine organisaties, die echt in het hart van de wijk zitten. Het is elk jaar maar hopen dat we iets krijgen, terwijl er steeds meer mensen aan de onderkant van de samenleving belanden. Je hebt dan zo weinig kansen. Meer samenwerking tussen gemeente, grote en kleine organisaties zou nu aan de orde van de dag moeten zijn.’

Meer lezen?

Lees alles over cultuurhuis Feijenoord op de website.

Download het rapport Gezien, Gehoord en Begrepen worden van Warm Rotterdam.

Download het rapport Code Rood van de Brede Raad010.