Stichting De Buurtbron: ‘Haal de financiële zorg uit het hoofd’

Stichting De Buurtbron: ‘Haal de financiële zorg uit het hoofd’

Warm Rotterdam en De Brede Raad010 zijn door armoedewethouder Enes Yigit gevraagd om de stem van de stad te laten horen. We spraken tientallen mensen die zich via informele organisaties of andere initiatieven inzetten voor mensen die in armoede leven. In deze portretserie geven we hen een gezicht. Waar lopen zij tegenaan en wat hebben zij nodig? In deel 3 spreken we Sherita Thakoerdat van stichting De Buurtbron in Ommoord en Zevenkamp.

‘Je moet mensen eerst leren kennen en zij moeten weten dat ze met vragen rechtstreeks bij je terecht kunnen’, zegt de ervaren opbouwwerker Sherita Thakoerdat. Ze werkt bij De Buurtbron, een stichting die probeert een bijdrage te leveren aan armoedebestrijding en minder draagkrachtigen in Ommoord en Zevenkamp ondersteunt. Ze benadrukt dat het vooral belangrijk is om als opbouwwerker present te zijn: ‘Ik geloof niet in een proactieve benadering want ik weet niet of mensen problemen hebben.’

Praktische vraag

De benadering van Sherita is in eerste instantie praktisch. ‘Ik hoor iedereen over empoweren. Goed bedoeld hoor, maar het is niet waar moeders meteen mee bezig zijn. Die hebben een kind dat problemen heeft.’ Daarom hoeft ze ook niet meteen alles te weten. ‘Als een moeder komt omdat ze een scooterhelm voor haar zoon nodig heeft die anders niet naar school kan, regel ik dat. Op dat moment moet die – financiële – zorg uit haar hoofd. Daarna kan ze verder.’ Een hulpverlener met een opdracht van de gemeente daarentegen moet de procedures volgen en een lijst met twaalf leefgebieden afvinken. Dat heeft volgens haar niet zoveel zin. ‘Mensen zeggen niet snel dat ze in schuldhulpverlening zitten. Ze komen met een praktische vraag. Door daarvoor een oplossing aan te dragen, creëer je rust. Dan weten ze je ook te vinden voor andere ondersteuning.’

Problemen ontrafelen

In vervolggesprekken probeert Sherita de problemen bespreekbaar te maken door die samen met de hulpvrager te ontrafelen. ‘Vaak weten mensen niet hoe hun problemen ontstaan zijn. Het is belangrijk dat ze inzicht krijgen in wat er is gebeurd’, zegt Sherita. De manier waarop dat gebeurt, de bejegening, is van cruciaal belang. ‘Goed luisteren en precies op het juiste moment de goede dingen zeggen, dat is belangrijk… Mensen voelen het meteen als op hen neergekeken wordt. De verhouding moet gelijkwaardig zijn.’

Informeel

Sherita werkt laagdrempelig en informeel. ‘En dat zou ik ook doen als ik bij een formele instantie zou werken. Het valt mij op dat mensen echt geholpen zijn als iemand van de gemeente langskomt om uitleg te geven over regelingen waarbij ze meer kunnen zeggen dan wat er al in de folders staat, open staat voor kritische vragen en ook echt iets kan regelen.’

Meer lezen?

Lees alles over stichting De Buurtbron op hun website.

Download het rapport Gezien, Gehoord en begrepen worden van Warm Rotterdam.

Download het rapport Code Rood van de Brede Raad010.

Stichting MAIT: ‘Leer mensen kijken naar het totaalplaatje’

Stichting MAIT: ‘Leer mensen kijken naar het totaalplaatje’

Warm Rotterdam en De Brede Raad010 zijn door armoedewethouder Enes Yigit gevraagd om de stem van de stad te laten horen. We spraken tientallen mensen die zich via informele organisaties of andere initiatieven inzetten voor mensen die in armoede leven. In deze portretserie geven we hen een gezicht. Waar lopen zij tegenaan en wat hebben zij nodig? In deel 2 spreken we Jaimy Goodett en Marjorie Malbons van stichting Mijn Administratie Is Top (MAIT).

Marjorie Malbons voelde onvrede over de hulp die ze zelf kreeg toen ze financiële problemen had in 2015. ‘Ik dacht: “Als ik het niet begrijp dan ben ik vast niet de enige.” Wat ik nu weet, wil ik ook dat anderen weten, zodat minder mensen er last van hebben.’ Dus zette ze Stichting MAIT op. ‘Iemand die vanuit ervaringskennis advies geeft is waardevol, wordt eerder geloofd. Het gevoel is dan: ze denkt met me mee.Bij MAIT zitten we min of meer aan de keukentafel, naast elkaar. We proberen mensen zoveel mogelijk zelf te laten doen.’

Diverse groep

‘De groep die hier komt is divers, sommige mensen hebben een goede baan en inkomen, anderen een pensioen, bijstand of Wia’, zegt medewerkster Jaimy Goodett. ‘Een specifieke doelgroep die opvalt is die van de jongeren. Zodra die achttien zijn, moeten ze alles zelf doen. Ze hebben nul-urencontracten, geen besef van geld, wel een pinpas en mogelijkheden om achteraf te betalen.’

Mappen vol post

Mensen melden zich op verschillende manieren aan bij MAIT. ‘Via de website, via via, ze worden doorverwezen, horen van ons via de voorlichtingsbijeenkomsten op scholen, kennen ons van radio en tv’, legt Jaimy uit. ‘Per week zijn er ongeveer vier à vijf aanmeldingen, per jaar zeker honderdvijftig tot tweehonderd nieuwe hulpvragers. Voor sommigen zijn een paar gesprekken genoeg, bijvoorbeeld als er toeslagen aangevraagd moeten worden. Anderen komen met mappen vol post die op orde moeten. En als iemand een laag inkomen heeft en een hoge schuldenlast, is er een structureel probleem en zetten we sowieso door naar een andere partij, nadat we de situatie gestabiliseerd hebben.’

Luisteren

Het ETF (Expertise Team Financiën) verwijst regelmatig door naar MAIT, omdat daar meer tijd is voor begeleiding, specifiek wanneer mensen bij het ETF vastlopen. Er wordt bij MAIT eerst goed geluisterd naar wat mensen zelf willen, dan pas wordt een plan gemaakt. Jaimy: ‘Formele hulpverleners bedenken al snel oplossingen. Maar er zit vaak meer achter financiële problemen dan alleen geldgebrek. Daar kom je pas achter als iemand voelt dat je echt met hun situatie aan de slag gaat. Wij proberen mensen te leren hoe ze om moeten gaan met inkomsten en uitgaven door te kijken naar het totaalplaatje, naar de persoon en diens behoefte. Pas bij een volgende afspraak maken we een plan van aanpak waarin hun verantwoordelijkheden duidelijk worden. Mensen raken hun autonomie kwijt als een hulpverlener alles van ze overneemt.’

MAIT heeft in de loop der jaren een groot netwerk opgebouwd en kan snel handelen. Jaimy:‘Wesignaleren vaak problemen en hebben ideeën om ze op te lossen. De gemeente neemt die over maar zelf krijgen we te weinig geld om de plannen goed uit te voeren. Het is lastig om financiering te vinden voor structurele, langlopende projecten.’

Meer lezen?

Lees alles over stichting Mait op hun website.

Download het rapport Gezien, Gehoord en begrepen worden van Warm Rotterdam.

Download het rapport Code Rood van de Brede Raad010.

Stichting Salaam: ‘Vaak is de oplossing een kwestie van een paar dingen regelen’

Stichting Salaam: ‘Vaak is de oplossing een kwestie van een paar dingen regelen’

Warm Rotterdam en De Brede Raad010 zijn door armoedewethouder Enes Yigit gevraagd om de stem van de stad te laten horen. We spraken tientallen mensen die zich via informele organisaties of andere initiatieven inzetten voor mensen die in armoede leven. In deze portretserie geven we hen een gezicht. Waar lopen zij tegenaan en wat hebben zij nodig? In deel 1 spreken we Rahma Hulsman van Stichting Salaam.

‘Onze pakketten zijn multicultureel: rijst, couscous, bulgur en veel groente en fruit. En we zitten in de buurt’, zegt initiatiefnemer Rahma Hulsman. Stichting Salaam bestaat 23 jaar en begon ongeveer 13 jaar geleden met een voedselbank die aansluit bij de voedingsbehoefte van moslims. De stichting heeft inmiddels zeven uitdeellocaties en bij de twee grootste worden tweewekelijks minimaal 150 gezinnen van pakketten voorzien.

Persoonlijk contact

Bij de islamitische voedselbank werken vrijwilligers met heel verschillende culturele achtergronden: veelal nieuwkomers die de taal willen leren. Dat ze ervaringsdeskundig zijn is een voordeel: ze begrijpen de situatie van bezoekers van de voedselbank. Rahma heeft ook persoonlijk met veel mensen contact. ‘Als ik mensen in de rij zie staan van wie ik vermoed dat ze in een moeilijke situatie zitten, ga ik met hen praten. Als er problemen zijn, zullen mensen dat niet snel tegen een gemeentelijke instantie zeggen, maar wel tegen mij. Mensen vertrouwen me, ik zit al twintig jaar in dit vak en mensen weten wat ze aan me hebben. Ik heb een groot netwerk en kan snel schakelen omdat we een kleine organisatie zijn. Ik ben 24/7 bereikbaar via Whatsapp en reageer binnen 24 uur. Problemen spelen niet alleen tussen negen en vijf, maar vaak ‘s avonds en dan kunnen ze bij niemand terecht. Mensen maken er niet altijd gebruik van, maar ze weten dat ze altijd op iemand kunnen terugvallen.’

Dingen regelen

Het soort hulp dat Rahma biedt, verschilt per situatie. ‘Zit er al een hulpinstantie in het gezin, is er een contactpersoon, wie is de persoon die ik voor me heb, met wat voor soort problematiek heeft diegene te maken? In complexe gezinnen zijn er vaak al meerdere instanties actief en wijst iedereen naar elkaar. Ik probeer dan te vragen waar ze tegenaan lopen; waarom lukt het niet dit gezin te helpen? Vaak is de oplossing een kwestie van een paar dingen regelen en dan kan het gezin weer verder.’

Contact maken

Mensen blijven bij de islamitische voedselbank zolang dat nodig is: ‘We doen elk jaar een financiële screening. Als mensen schuldsanering hebben, blijven ze de hele periode. Met anderen hebben we jaarlijks een gesprek om te controleren of de situatie is veranderd.’ Rahma’s wens is dat de voedselpakketten binnen uitgedeeld kunnen worden, op een plek waar ze ook even kunnen bijpraten. ‘Een van de verschrikkelijkste dingen is dat mensen bij ons buiten in de rij moeten staan. Ik zou graag een ruimte willen waar ze even een bakkie kunnen doen, rustig de boodschappen kunnen inpakken, waar ze even contact kunnen maken.’

Meer lezen?

Lees alles over stichting Salaam op hun website.

Download het rapport Gezien, Gehoord en begrepen worden van Warm Rotterdam.

Download het rapport Code Rood van de Brede Raad010.

Rapport: Gezien, gehoord en begrepen voelen

Rapport: Gezien, gehoord en begrepen voelen

Warm Rotterdam en de BredeRaad010 zijn door wethouder Enes Yigit gevraagd om de stem van de stad te laten horen voor het Uitvoeringsplan Armoede en Schulden. Warm Rotterdam is met de stad in gesprek gegaan over vier doelen uit de Hoofdlijnen Geldzorgen, armoede en schulden. Deze rapportage is het resultaat.

Draagvlak

De resultaten van dit onderzoek onderstrepen eerdere adviezen, uitkomsten van dialoogtafels en debatten over armoede en schulden die zijn ingebracht bij bestuur, politiek en de ambtelijke organisatie door onder andere Stem zonder gezicht, Warm Rotterdam (Armoede Agenda), adviezen van de Brede Raad010 en de Ombudsman. Het draagvlak voor de analyse en de oplossingsrichtingen is met deze onderzoeken verbreed. En dat is van grote waarde.

Code Rood

Zorgelijk zijn de signalen van professionals en vrijwilligers over het groeiend aantal Rotterdammers met (financiële) problemen. De Brede Raad010 en Warm Rotterdam geven dan ook Code Rood af. Tegelijkertijd zijn de eensluidende oplossingsrichtingen die worden bepleit hoopgevend. Ze passen bij de integrale aanpak van de wethouder met het factorenmodel als basis. Want armoede is meer dan weinig geld hebben.

Er is een stevige basis voor verbetering in de stad. Wij troffen een stad aan vol bevlogen en betrokken professionals en vrijwilligers die met hun inzet en organisaties van betekenis zijn voor Rotterdammers in (financiële) problemen. Zij en ervaringsdeskundigen deelden hun kennis en ervaringen opnieuw met ons. Daarvoor danken wij allen.

Geldzorgen bij jongeren door gebrek aan financiële opvoeding

Geldzorgen bij jongeren door gebrek aan financiële opvoeding

Zodra je 18 wordt, ben je verantwoordelijk voor je eigen financiën. Maar wat als je nooit geleerd hebt hoe je met geld moet omgaan? En je ouders niet genoeg ruimte hebben om bij te springen? Warm Rotterdam signaleert dat een grote groep jongeren in Rotterdam hierdoor in de problemen dreigt te raken. We vroegen de 22-jarige ervaringsdeskundige Mia Nasibdar waar jongeren tegenaan lopen en hoe het beter kan. ‘Verwacht niet dat jongeren op hun 18e spontaan besef van geld krijgen.’                   

Van jongs af aan heeft Mia Nasibdar geleerd dat je voorzichtig met geld moet omgaan. Ze groeide op in een arm gezin. Maar toen vanaf haar 18e ook rekeningen op háár naam op de deurmat vielen, was dat toch even schrikken. Ze had nooit les gehad over geldzaken op school. Ze wist niet precies wat haar te wachten stond en waar ze recht op had. ‘Mijn moeder had me wel geleerd om een DigiD aan te maken en zorgtoeslag aan te vragen’, vertelt ze. ‘Maar dat was niet genoeg om de zorgverzekering te betalen.’

Mia probeerde via school hulp te vragen. ‘Tijdens je schoolperiode bouw je een band met op je mentor, dus die vroeg ik om hulp’, vertelt ze. ‘Eigenlijk werd meteen gezegd dat ik maar een lening moest aanvragen bij de Kredietbank, terwijl mijn moeder me altijd juist geleerd heeft om géén schulden te maken.’

‘Niet serieus genomen’

Bij toeval hoorde Mia van vrienden over de tegemoetkoming scholieren. Dat is een maandelijks bedrag dat de overheid uitkeert aan jongeren vanaf 18 jaar die op de middelbare school zitten. ‘Een paar goede vrienden wisten van mijn lastige financiële situatie en zij vertelden over de tegemoetkoming’, legt Mia uit. ‘Gelukkig wisten zij ervan, want ik had er nog nooit van gehoord! Ik baalde dat mijn mentor meteen voorstelde om geld te lenen voor boeken of een laptop, terwijl er nog een regeling was.’

De tegemoetkoming scholieren gaf tijdelijk verlichting. Toen Mia ging studeren kon ze studiefinanciering aanvragen. Toch liep ze opnieuw vast. ‘Omdat ik mantelzorg voor mijn moeder vond ik mijn studietijd erg zwaar’, vertelt ze. ‘Ik hielp namelijk mee in het huishouden, deed boodschappen en dergelijke. Daardoor had ik niet genoeg tijd en rust om goed te studeren.’

Ze besloot haar decaan om hulp te vragen. ‘Via de gemeente konden we geen hulp in het huishouden krijgen, maar misschien kon de onderwijsinstelling iets betekenen’, zegt ze. ‘Ik werd alleen niet serieus genomen door de decaan. Er werd heel nonchalant gesproken over mijn situatie: “Ga daar maar hulp zoeken.” Ik voelde me niet gehoord en kwam in een bureaucratische cirkel terecht.’

Verantwoordelijkheid van ouders

Mia erkent dat ouders verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van hun kinderen, ook de financiële. ‘Alleen kun je het ouders niet kwalijk nemen als ze niet op de hoogte zijn van een regeling’, licht ze toe. ‘De vraag is dus of informatie wel bereikbaar genoeg is voor degenen die het nodig hebben. Voor mensen in armoede is de gemeente vaak een schuldeiser, dus dat is niet een plek waar je makkelijk naartoe stapt om hulp te vragen. Het is niet gek dat mijn moeder niet wist van de tegemoetkoming voor scholieren, maar wel dat docenten, andere medewerkers van school of mensen bij het Jongerenloket het niet wisten.’

Meer aandacht voor geld op school

Meer aandacht voor financiële opvoeding op basis- en middelbare scholen, daar hoopt Mia op. ‘Op school leer je klokkijken, je leert meten, je leert geld tellen, en in het voortgezet onderwijs krijg je economie, maar je krijgt geen les over persoonlijke financiën’, vraagt ze zich af. ‘Ik weet natuurlijk niet of dat op alle scholen zo is, maar bij mij in ieder geval niet. Het zou mooi zijn als les over geld standaard onderdeel wordt van het lesprogramma.’

Geldzorgen en armoede bespreekbaar maken, zowel op school als onder vrienden, is een andere tip van Mia. ‘Jongeren onderling praten niet snel over geld of armoede’, zegt ze, ‘terwijl dat wel meer kennis en begrip zou opleveren. Mijn zusje en ik hebben dan ook meegewerkt aan een handreiking om armoede bespreekbaar te maken. Dit is een soort magazine voor docenten en is te vinden op scholen. Er is ook een lespakket van Young Impact, waar mijn broer en zusjes aan hebben meegewerkt. Zowel jongeren zelf als docenten kunnen dat gratis aanvragen.’

Het Rotterdams crisisfonds is gestart

Het Rotterdams crisisfonds is gestart

Informele organisaties in Rotterdam kunnen vanaf 1 februari 2023 een budget aanvragen voor Rotterdammers die het financieel niet meer redden door de crisis. Het budget is bedoeld voor de eerste levensbehoeften zoals voeding, maandverband, luiers, kleding, dekens en medicijnen. De organisaties op de Crisiskaart kunnen aanvragen om mensen direct te helpen.

Eenvoudig budget aanvragen

Op de website van het Crisisfonds – www.crisisfondsrotterdam.nl – vindt u het aanvraagformulier voor:

  • Voedsel: supermarktbonnen, voedselpakketten, maaltijdverstrekking aan huis of het aanbieden van gezamenlijke maaltijden (lunches, warme avondmaaltijden) op locatie.
  • Hygiëneproducten zoals maandverband en luiers.
  • Warme kleding, denk aan een winterjas, warme trui, dikke sokken en dekens.
  • Noodzakelijke medicijnen als de kosten niet door de verzekering betaald worden.

We hebben de aanvraag- en verantwoordingsprocedures zo eenvoudig mogelijk gehouden zodat we ook snel kunnen beslissen over jullie aanvraag.

Betrokken partners

Het Crisisfonds is een privaat/publieke samenwerking van een aantal Rotterdamse organisaties:

Naast het Crisisfonds wil Warm Rotterdam ook wijzen op de Kleine armoedehulp van de Haella Stichting: Kleine Armoede Hulp – Samen tegen Armoede en Eenzaamheid.